5. Onderhoud en smeren
Fijnafstelling bodemkleppen
Zet de bodemkleppen in de hoogste stand (stand 1).
Draai vervolgens de schroef aan de achterkant van
elke bodemklep zodat de ruimte tussen de bodemklep
en het zaaiwiel 1 mm is. Zie afbeelding 5A.
Echter, onder normale omstandigheden is verstelling
niet nodig. De fijn afstelling heeft reeds plaats
gevonden tijdens de eindassemblage in de fabriek.
Afbeelding 5A. Schroef voor het afstellen van de
bodemkleppen
22
Afbeelding 5B. Borgplaat van de zaaias.
Schoonmaken van zaaihuizen en
zaaiwielen
Voor het schoonmaken van de zaaihuizen en zaaiwielen
of controle hiervan kan de zaaias eenvoudig worden
gedemonteerd. Ontkoppel de zaaias van de transmissie
en til de borgplaatjes van de zaaias omhoog en draai
deze achteruit. Zie afbeelding 5B De zaaias kan nu
rechtstandig omhoog worden uitgenomen. De zaaias
kan worden terug geplaatst door deze naar beneden te
drukken en de borgplaatjes vervolgens vooruit te
draaien en ter borgen naar beneden. Trek de zaaias
even omhoog om te controleren of de borgplaatjes de
zaaias juist hebben geborgd.