Problemen oplossen
Probleem
De afdrukkwaliteit is slecht of
onregelmatig
Afdrukproblemen bij het opstarten
als gevolg van een droge printkop
Drukt niet af
Wanneer u probeert af te drukken,
geeft het functievenster U2 weer
4-10
Gebruik de onderstaande lijst als richtlijn voor het oplossen van problemen die
kunnen optreden bij het gebruik van de printer.
Mogelijke oplossing
• Controleer of the inktcassette leeg is.
• Zorg dat de inktcassette juist is geïnstalleerd.
• Zorg dat de inktcassette in de juiste positie zit voor het afdrukken.
• Controleer of de printer is ingeschakeld via de scantoepassing en of de
verwachte afdrukreeks is opgegeven.
• Controleer of alle printeraansluitingen en de printerkabel stevig vastzitten.
• Voer een afdruktest uit om te controleren of alle spuitopeningen goed
werken. Zie het gedeelte getiteld 'Een afdruktest uitvoeren' eerder in dit
hoofdstuk.
• Reinig de printkop (zie 'Afdrukproblemen bij het opstarten als gevolg
van een droge printkop' hieronder.)
Verwijder de inktcassette uit de scanner en dep de spuitopeningen (niet
vegen) op de inktcassette met een vochtig wattenstaafje of vochtige doek.
Plaats de inktcassette terug en probeer het opnieuw.
• Zorg dat het afdrukken in de scantoepassing is ingeschakeld.
• Controleer of de inktcassette stevig op de gewenste afdrukpositie zit.
• Ook moet de tape van de printkop verwijderd zijn.
• De printcassette is niet geïnstalleerd.
A-61651_nl augustus 2013