Negende uitgave • Derde druk
Instructies voor accu en acculader
Houd u aan het volgende:
Gebruik geen externe lader of hulpaccu.
Laad de accu in een goed geventileerde ruimte
op.
Gebruik voor het laden de juiste
AC-ingangsspanning, aangegeven op de
acculader.
Gebruik alleen door Genie goedgekeurde accu's
en acculaders.
Accu opladen
1
Zorg ervoor dat de accu's zijn aangesloten
voordat u de accu's laadt.
2
Open het accucompartiment. Het compartiment
dient de gehele laadcyclus open te blijven.
Onderdeelnr. 1270101DUGT
Onderhoudsvrije accu's
1
2
Standaard accu's
1
2
3
4
5
Instructies voor het vullen en laden
van droge accu's
1
2
Vul pas vloeistof bij tot het maximum niveau als de
laadcyclus is afgerond. Te veel bijvullen kan tot
gevolg hebben dat het accuzuur tijdens het laden
overstroomt. Neutraliseer gemorst accuzuur met
zuiveringszout en water.
3
4
5
GS™-30 • GS™-32 • GS™-46 • GS™-47
Bedieningsinstructies
Sluit de acculader aan op een geaarde
AC-stroomkring.
De acculader geeft aan wanneer de accu volledig
geladen is.
Verwijder de accu-ontluchtingsdoppen en
controleer het accuzuurniveau. Voeg zo nodig net
genoeg gedestilleerd water toe om de platen te
bedekken. Vul de accu's voordat de laadcyclus
begint niet te veel bij.
Plaats de accu-ontluchtingsdoppen terug.
Sluit de acculader aan op een geaarde
AC-stroomkring.
De acculader geeft aan wanneer de accu volledig
geladen is.
Controleer het accuzuurniveau als de laadcyclus
is voltooid. Vul met gedestilleerd water bij tot
onder aan de vulbuis. Vul niet te veel bij.
Verwijder de accu-ontluchtingsdoppen en
verwijder de kunststof afdichting van de
accu-ontluchtingsopeningen permanent.
Vul elke cel met accuzuur (elektrolyt) totdat het
niveau hoog genoeg is om de platen te
bedekken.
Plaats de accu-ontluchtingsdoppen.
Laad de accu.
Controleer het accuzuurniveau als de laadcyclus
is voltooid. Vul met gedestilleerd water bij tot
onder aan de vulbuis. Vul niet te veel bij.
Bedieningshandleiding
49