Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Plaatsen met stempels (modellen GS-3232)
Stempels uitschuiven:
1
Druk op de stempelfunctieknop. Op
het LCD-scherm licht een cirkel op
onder het stempelfunctiesymbool.
2
Machines uitgerust met voetschakelaar: Houd de
voetschakelaar ingedrukt en houd tegelijkertijd de
functieschakelaar op de joystick ingedrukt.
3
Beweeg de joystick in de richting die wordt
aangegeven door de gele pijl.
De stempels beginnen uit te schuiven. Het
indicatielampje voor afzonderlijke stempels licht
continu groen op zodra de bijbehorende stempel
contact maakt met de grond. Blijf de joystick
verplaatsen tot het hef-inschakelindicatielampje groen
oplicht en u een pieptoon hoort. De machine staat nu
vlak. Als het heffoutindicatielampje rood oplicht,
worden de functies voor op/neer en de rijfuncties
uitgeschakeld. Het heffoutindicatielampje licht rood op
onder de volgende omstandigheden:
•
Het platform wordt omhooggebracht tot 6,7 meter
en de stempels treden niet in werking.
•
Niet alle stempels maken contact met de grond.
•
Alle vier de stempels maken contact met de grond,
maar de machine staat niet vlak.
•
Storingscode.
Opmerking: Als de inschakelknop stempels en de
knop 'stempels uitschuiven' tijdens het uitschuiven te
snel worden losgelaten, blijven de
stempelindicatielampjes groen knipperen, wat
aangeeft dat de stempels nog geen contact met de
grond maken.
Opmerking: Als de stempellampjes continu groen
oplichten, staat de machine mogelijk niet horizontaal
of zijn de stempels niet volledig geactiveerd als er
geen lange pieptoon te horen is vanaf het alarm bij de
platformbediening.
42
Stempels inschuiven:
1
2
3
Laat de joystick los zodra de stempels los van de
grond zijn gekomen. Na ongeveer 5 seconden gaan
de stempelindicatielampjes uit. Alle functies worden
nu hersteld.
Opmerking: Als de inschakelknop stempels en de
knop 'stempels inschuiven' tijdens het inschuiven te
snel worden losgelaten, gaan de
stempelindicatielampjes groen knipperen, wat
aangeeft dat de stempels nog niet volledig zijn
ingeschoven.
Sturen
1
Als de joystick niet binnen zeven seconden na het
indrukken van de rijfunctieknop wordt bewogen, gaat
de cirkel onder het rijfunctiesymbool uit en treedt de
rijfunctie niet in werking. Druk nogmaals op de
rijfunctieknop.
2
3
GS™-30 • GS™-32 • GS™-46 • GS™-47
Negende uitgave • Derde druk
Druk op de
stempelfunctieknop.
Machines uitgerust met voetschakelaar: Houd de
voetschakelaar ingedrukt en houd tegelijkertijd de
functieschakelaar op de joystick ingedrukt.
Beweeg de joystick in de richting die wordt
aangegeven door de blauwe pijl.
Druk de rijfunctieknop in. Op het LCD-scherm
licht een cirkel op onder het rijfunctiesymbool.
Houd de voetschakelaar (indien aanwezig)
ingedrukt.
Draai de stuurwielen met behulp
van de duimschakelaar op de
joystick.
Onderdeelnr. 1270101DUGT