Negende uitgave • Derde druk
Vertrouw niet op het scheefstandalarm ter indicatie
van een vlakke stand. Het scheefstandalarm klinkt
uitsluitend op het chassis wanneer de machine zich
op een helling bevindt.
Als het scheefstandalarm klinkt:
Laat het platform neer. Verplaats de machine naar
een stevige, horizontale ondergrond. Als het
scheefstandalarm klinkt bij geheven platform, dient u
uiterst voorzichtig te werk te gaan bij het neerlaten
van het platform.
Rijd niet harder dan 0,8 km/u met het platform
geheven.
Voor gebruik buiten: Breng het platform niet
omhoog wanneer de wind harder dan 12,5 m/s waait.
Wanneer de windsnelheid 12,5 m/s overschrijdt terwijl
het platform omhoog is gebracht, breng dan het
platform omlaag en werk niet verder met de machine.
Bij gebruik binnen: Houd bij het omhoogbrengen
van het platform de toegestane waarden voor kracht
van opzij en bezetting op de volgende pagina aan.
Onderdeelnr. 1270101DUGT
Breng het platform pas
omhoog als de machine
zich op een stevige,
horizontale ondergrond
bevindt.
GS™-30 • GS™-32 • GS™-46 • GS™-47
Veiligheid werkgebied
Rijd niet met de machine op of nabij oneffen terrein en
oppervlakken die niet stabiel zijn of in andere
gevaarlijke omstandigheden met het platform
geheven.
Gebruik de machine niet als kraan.
Gebruik het platform niet om de machine of andere
objecten te duwen.
Vermijd contact tussen het platform en aangrenzende
constructies.
Maak het platform niet vast aan aangrenzende
constructies.
Plaats ladingen niet buiten de randen van het
platform.
Werk niet met de machine als de chassisbakken open
zijn.
Bedieningshandleiding
Werk niet met de machine
bij harde wind of bij
windstoten. Vergroot het
oppervlak van het platform
of de lading niet. Als u het
oppervlak vergroot dat aan
de wind is blootgesteld,
neemt de stabiliteit van de
machine af.
Wees uiterst voorzichtig en
houd een lage snelheid
aan wanneer met de
machine in de
transportstand wordt
gereden over oneffen
terrein, puin, een
onstabiele of gladde
ondergrond en vlakbij
gaten of afgereden kanten.
9