meter en 12 mm buitendiameter mag heb-
ben om de criteria van het Gaskeur CW-
keurzegel nog te vervullen.
Om de CW-gebruiksklassen te bereiken,
moet aan de volgende drie voorwaarden
zijn voldaan:
– De warmwatertemperatuur is vast op
58 °C ingesteld
– De comfortfunctie is geactiveerd
Als het product op vloeibaar gas omge-
steld wordt, dan worden de CW-comfortei-
sen mogelijk niet meer vervuld.
4 Functie
4.1 Bedieningsconcept
In kleur brandende bedieningselementen
kunnen worden geselecteerd.
Instelbare waarden en lijstposities kunnen
via de schuifbalk worden gewijzigd. Tik
kort aan het bovenste of onderste uiteinde
van de schuifbalk om wijzigingen uit te
voeren.
De wijziging van een waarde moet u be-
vestigen. Pas dan wordt de nieuwe instel-
ling opgeslagen. Knipperende bedienings-
element moet u ter bevestiging nogmaals
indrukken.
Wit brandende bedieningselementen zijn
niet actief.
Het menu en de bedieningselementen
worden na 60 seconden donker om ener-
gie te besparen. Na nogmaals 60 secon-
den wordt de statusindicatie getoond.
Aanvullende hulp betreffende de bedie-
ningselementen vindt u onder HOOFD-
MENU → INFORMATIE → Bedieningsele-
menten.
4.1.1 Startscherm
Wanneer de statusindicatie wordt getoond,
drukt u op
om de basisweergave op te
roepen.
In de basisweergave kunt u de gewenste
warmwatertemperatuur en aanvoertempe-
8
ratuur/wenstemperatuur (wenstemperatuur
alleen bij product met thermostaatmodule
aanwezig) instellen.
De aanvoertemperatuur is de temperatuur,
waarmee het CV-water de warmteopwek-
ker verlaat (bijv. 65° C).
De wenstemperatuur is de werkelijk ge-
wenste temperatuur van de woonruimte
(bijv. 21° C).
Druk op
, om de temperatuur voor de
warmwaterfunctie in te stellen.
Druk op
, om de temperatuur voor de
CV-functie in te stellen.
Overige instellingen voor de CV-functie en
warmwaterfunctie zijn in de betreffende
hoofdstukken beschreven.
Wanneer de basisweergave wordt ge-
toond, drukt u op
roepen.
Welke functies in het menu ter beschikking
staan, is afhankelijk van het feit of een
systeemthermostaat op het product aan-
gesloten is. Wanneer u een systeemther-
mostaat heeft aangesloten, dan moet u
de instelling voor de CV-functie in de sys-
teemthermostaat uitvoeren. (→ gebruiks-
aanwijzing systeemthermostaat)
Aanvullende hulp betreffende de navigatie
vindt u onder HOOFDMENU → INFORMA-
TIE → Menuvoorstelling.
Als er een foutmelding is, wisselt het start-
scherm naar de foutmelding.
4.1.2 Bedieningsniveaus
Wanneer de basisweergave wordt ge-
toond, roept u het menu op, om het ge-
bruikersniveau weer te geven.
In het gebruikersniveau kunt u de instellin-
gen voor het product veranderen en indi-
vidueel aanpassen. De tabel in de bijlage
geeft een overzicht van de selecteerbare
menupunten en de instelmogelijkheden.
(→ Pagina 13)
Gebruiksaanwijzing 0020297516_01
om het menu op te