4.
Montage
4.1
Veiligheidsinstructies met betrekking tot de montage
D WAARSCHUWING!
Gevaar door het niet in acht nemen van de montage-
instructies!
Fouten bij de montage van het apparaat kunnen tot ernstig
letsel leiden. dit hoofdstuk bevat belangrijke informatie voor de
veilige montage van het apparaat.
A lees dit hoofdstuk vóór de montage zorgvuldig door.
A Volg de veiligheidsinstructies op.
A Voer de montage uit zoals beschreven.
Montage alleen door gekwalificeerd vakpersoneel.
elektrotechnische werkzaamheden alleen door gekwalificeerde
elektriciens.
D "1.2.3 Vakpersoneel" (pagina 4).
de exploitant is verantwoordelijk voor het voldoen aan de
vereisten voor de opstellocatie.
D "1.2.2 exploitant" (pagina 4).
om gevaren te voorkomen, moeten de volgende voorschriften
strikt worden nageleefd:
•
geen brandbare materialen of vloeistoffen op of in de
buurt van het apparaat bewaren of neerleggen.
•
geen brandbare voorwerpen (bijv. meubels, tapijten,
bloemen) in de buurt van het apparaat.
•
het apparaat moet onbeschadigd zijn en in perfecte staat
verkeren voordat het gemonteerd wordt.
•
Voordat het apparaat kan worden gemonteerd, moet
worden voldaan aan de eisen voor montage en de eisen
voor de plaats van installatie.
4.2
Voorwaarden voor de montage
de ethanolbrander moet worden gemonteerd en gebruikt in
overeenstemming met de geldende normen en richtlijnen.
Vóór de montage moeten de volgende documenten en/of
voorschriften in acht worden genomen:
•
technische documenten van het product.
•
Plaatselijke voorschriften van de brandweer.
•
bouwrechtelijke voorschriften.
•
bouw- en stookverordening.
•
Plaatselijke wettelijke vereisten en voorschriften voor de
montage en werking van ethanolbranders.
4.3
Voorschriften voor de opstellingsruimte
•
Montage is alleen toegestaan in gesloten gebouwen.
elke montage buiten een gesloten gebouw moet met de
fabrikant worden overeengekomen.
•
de opstelruimte moet geschikt zijn voor een veilig gebruik.
•
de opstelruimte moet droog zijn.
•
de opstelruimte moet het minimale ruimtevolume hebben.
¨ "2.7 technische gegevens" (pagina 10).
•
er moet voor voldoende toevoer van verse lucht worden
gezorgd. de voorgeschreven luchtverversingsgraad moet in
acht worden genomen.
¨ "2.7 technische gegevens" (pagina 10).
•
de temperatuur in de opstelruimte moet tijdens de werking
ten minste 10 °C bedragen. het apparaat moet tegen vorst,
vocht en weersinvloeden (bijv. tocht) worden beschermd.
•
het montageoppervlak moet voldoende draagvermogen
hebben, rekening houdend met het gewicht van het apparaat.
¨ "2.7 technische gegevens" (pagina 10).
•
het montageoppervlak moet waterpas en horizontaal zijn.
•
het elektrische systeem van het gebouw moet naar
behoren geaard zijn.
•
op de plaats van de montage moet een aansluit-
mogelijkheid voor de stroomvoorziening aanwezig zijn.
•
de voorgeschreven stroomspanning moet in acht worden
genomen.
¨ "2.7 technische gegevens" (pagina 10).
•
de draden van de voedingskabel ter plaatse moeten een
diameter van ten minste 1,5 mm
•
een alpolige scheidingsinrichting moet ter plaatse aanwezig zijn.
de installatieopening moet aan de volgende eisen voldoen:
•
het apparaat mag alleen worden geïnstalleerd in
behuizingen en constructies van niet-ontvlambaar
materiaal.
•
het apparaat kan gemakkelijk worden weggenomen voor
onderhoud.
4.3 / 1
•
de constructie onder het apparaat moet gesloten zijn.
Voor verdere bijzonderheden (bijv. materiaalvoorschriften,
noodzaak van deflectoren):
A neem contact op met de fabrikant of een gespecialiseerd
bedrijf.
Montage- en gebruikshandleiding | LINE/LINE+ | 04.2022 | nl
hebben.
2
13