Opmerkingen over draadloze LAN's
Voer de volgende suggesties uit als u de transmitter gebruikt in combinatie met een draadloos
LAN en de transmissiesnelheid afneemt, de verbinding wordt verbroken of er sprake is van
andere problemen.
Installatie en antennepositie van een draadloos LAN-apparaat
Als u de transmitter binnenshuis gebruikt, installeert u het draadloze LAN-apparaat in
dezelfde kamer als waar u opnamen maakt.
Plaats het draadloze LAN-apparaat hoger dan de transmitter.
Installeer het apparaat zodanig dat er geen mensen of voorwerpen tussen het apparaat
en de camera kunnen komen.
Installeer het apparaat zo dicht mogelijk bij de camera. Wees er met name op bedacht dat
bij gebruik buitenshuis regen de radiogolven kan absorberen en de verbinding kan
verstoren.
In de buurt van elektronische apparatuur
Als de transmissiesnelheid via een draadloos LAN afneemt vanwege interferentie van de
volgende elektronische apparatuur, kunt u wellicht beter overschakelen op een bekabeld LAN.
In draadloze IEEE 802.11b/g-netwerken verloopt de communicatie met de transmitter via
radiogolven in de 2,4-GHz band. Daarom kan de transmissiesnelheid via draadloze
LAN's afnemen als zich in de buurt magnetrons, draadloze telefoons, microfoons of
vergelijkbare apparatuur bevindt die gebruik maakt van dezelfde frequentieband.
Als er in de buurt een draadloos LAN-apparaat op dezelfde frequentieband als de
transmitter wordt gebruikt, kan de transmissiesnelheid van het draadloze LAN afnemen.
Meerdere transmitters gebruiken
Als er meerdere transmitters zijn aangesloten op één draadloos LAN-apparaat, moet u
ervoor zorgen dat u geen dubbele IP-adressen voor de camera gebruikt.
De transmissiesnelheid neemt af als meerdere transmitters toegang hebben tot één
draadloos LAN-apparaat.
Gebruik bij voorkeur drie apparaatgroepen of minder als u bij het gebruik van meerdere
transmitters en draadloze LAN-apparaten in hetzelfde gebied de interferentie wilt
verminderen. Laat in dat geval een tussenruimte van vier kanalen tussen elk draadloos
LAN-kanaal. Gebruik bijvoorbeeld kanaal 1, 6 en 11; kanaal 2, 7 en 12; of kanaal 3, 8 en 13.
Schakel waar mogelijk over op IEEE 802.11a en geef een ander kanaal op.
Beveiliging
Radiogolven van draadloze LAN's kunnen eenvoudig worden onderschept. Zorg daarom
bij voorkeur voor gecodeerde communicatie. U kunt deze instellen op het draadloze LAN-
apparaat.
8
85