Download Print deze pagina
Canon WFT-E2 II Instructiehandleiding
Canon WFT-E2 II Instructiehandleiding

Canon WFT-E2 II Instructiehandleiding

Instructiehandleiding voor gebruik met de eos-1d mark iv
Verberg thumbnails Zie ook voor WFT-E2 II:

Advertenties

Draadloze bestandstransmitter
WFT-E2 II
Instructiehandleiding voor gebruik met de
Voor gebruikers van de EOS-1D Mark III of EOS-1Ds Mark III
In deze instructiehandleiding wordt uitgelegd hoe u de transmitter gebruikt in combinatie met de
EOS-1D Mark IV.
Raadpleeg de PDF-handleiding in de map EOS_1DIII_1DsIII als u de transmitter gebruikt in
combinatie met de EOS-1D Mark III of EOS-1Ds Mark III.
Om wereldwijd te voldoen aan lokale radiofrequentievoorschriften biedt Canon vier
regiospecifieke versies van de transmitter (WFT-E2 IIA, E2 IIB, E2 IIC, en E2 IID) (p.8). In
deze handleiding noemen we dit product voor het gemak "de transmitter", zonder verwijzing
naar de versies A, B, C of D.
EOS-1D Mark IV
INSTRUCTIEHANDLEIDING
D

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Canon WFT-E2 II

  • Pagina 1 Raadpleeg de PDF-handleiding in de map EOS_1DIII_1DsIII als u de transmitter gebruikt in combinatie met de EOS-1D Mark III of EOS-1Ds Mark III. Om wereldwijd te voldoen aan lokale radiofrequentievoorschriften biedt Canon vier regiospecifieke versies van de transmitter (WFT-E2 IIA, E2 IIB, E2 IIC, en E2 IID) (p.8). In deze handleiding noemen we dit product voor het gemak "de transmitter", zonder verwijzing...
  • Pagina 2 Inleiding De draadloze bestandstransmitter WFT-E2 II is een accessoire voor EOS-1D Mark IV-camera's. De transmitter voorziet de camera van een USB-poort en draadloze en bekabelde LAN-functies. Hiermee is het volgende mogelijk. Draadloze en bekabelde LAN-functies FTP-overdracht Beelden overdragen naar een FTP-...
  • Pagina 3 Inleiding Functies bij aansluiting via USB Externe media Opnamen of een back-up maken op externe media Verbonden via een USB-kabel Verbonden via Bluetooth De geografische breedte, lengte en hoogte, datum en tijd en andere opname-informatie toevoegen aan beelden...
  • Pagina 4 Canon biedt geen ondersteuning voor de configuratie van draadloze of bekabelde LAN's en FTP- servers. Canon is niet verantwoordelijk voor enig verlies of schade aan de transmitter veroorzaakt door onjuiste netwerk- of FTP-serverinstellingen. Bovendien is Canon niet verantwoordelijk voor enig verlies of enige...
  • Pagina 5 Inhoudsopgave Inleiding Basisnetwerkinstellingen Beelden overbrengen naar een FTP-server Opname op afstand via EOS Utility Opname op afstand via WFT-server Gekoppelde opname Instellingsinformatie beheren Externe media gebruiken GPS-apparatuur gebruiken Problemen oplossen Aanvullende informatie...
  • Pagina 6 Inhoud Inleiding Symbolen in deze handleiding ......................4 Inhoudsopgave ..........................5 Inhoud ..............................6 Gebruiksbeperkingen......................... 8 Veiligheidswaarschuwingen......................10 Onderdelen ............................11 De transmitter bevestigen op de camera ..................12 Overige informatie in deze handleiding.................... 13 Basisnetwerkinstellingen Voorbereidingen..........................16 De connectiewizard weergeven ....................... 17 De communicatiemethode en het type LAN selecteren..............
  • Pagina 7 Inhoud Instellingsinformatie beheren Instellingen controleren........................66 Instellingen wijzigen ......................... 67 Instellingen opslaan en laden ......................69 Externe media gebruiken Externe media aansluiten ........................ 72 Opnamemedia kiezen tijdens opnamen................... 75 Beelden kopiëren ..........................77 Een back-up maken op externe media .................... 78 GPS-apparatuur gebruiken GPS-apparatuur aansluiten via een USB-kabel................
  • Pagina 8 (WFT-E2 IIA, E2 IIB, E2 IIC, en E2 IID). Deze worden hierna beschreven. Gebruik uw transmittermodel (versie) niet in regio's waarvoor deze niet is ontworpen. Neem contact op met uw dealer of het Canon Service Center voor informatie over andere regio's waar u de transmitter kunt gebruiken. Model...
  • Pagina 9 Gebruik de transmitter als draadloos of bekabeld LAN-apparaat volgens de instructies in deze handleiding. Als u de transmitter voor enig ander doel gebruikt, is Canon niet verantwoordelijk voor verlies of schade als gevolg hiervan.
  • Pagina 10 Gebruik geen verfverdunner, benzeen of andere organische oplosmiddelen om de transmitter schoon te maken. Deze stoffen kunnen brand veroorzaken en schadelijk zijn voor de gezondheid. Neem contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde Canon Service Center als het product niet naar behoren functioneert, beschadigd is of moet worden gerepareerd.
  • Pagina 11 Onderdelen Vergrendelingshendel Bevestigingspin USB-poort Ethernet RJ-45-poort Poortklepje Borgschroef Aansluitbus <USB> USB-lampje <LAN>-Netwerklampje Plaats voor afdekkapje van aansluitbus (Niet in combinatie met de EOS-1D Mark IV) Hoesje voor transmitter Water- en stofvrije USB-kap* Etui voor externe media* *1: Voor de opslag van draagbare vaste schijven of andere apparatuur. *2: Plaats in regenachtige of anderszins ongunstige omstandigheden deze kap op de transmitter voordat u de USB-kabel aansluit.
  • Pagina 12 Plaats de hendel in de ontgrendelingspositie. Bevestig de transmitter. Zorg ervoor dat de bevestigingspin zich precies tegenover de WFT-E2 II/IIA-opening op de camera bevindt. Duw de aansluitbus stevig in de camera. Duw de aansluitbus in de camera en draai de borgschroef vast om de transmitter goed te bevestigen.
  • Pagina 13 Overige informatie in deze handleiding Klik op een van de volgende hoofdstuktitels om naar de bijbehorende pagina te gaan. 1 Basisnetwerkinstellingen (p.15) 2 Beelden overbrengen naar een FTP-server (p.29) 3 Opname op afstand via EOS Utility (p.43) 4 Opname op afstand via WFT-server (p.49) 5 Gekoppelde opname (p.61) 6 Instellingsinformatie beheren (p.65) 7 Externe media gebruiken (p.71)
  • Pagina 15 Basisnetwerkinstellingen Zorg voor de juiste basisnetwerkinstellingen via de verbindingsinstructies voor de transmitter op het menuscherm van de camera.
  • Pagina 16 Voorbereidingen [Via FTP], [EOSUtility], [WFT-server] De verbindingsinstructies bieden hulp bij het tot stand brengen van een verbinding tussen de transmitter en een bestaand draadloos of bekabeld LAN. Als u de transmitter aansluit op een draadloos LAN, moet u vooraf de draadloze LAN-terminal (toegangspunt of adapter) en de computer instellen op aansluiting van de transmitter.
  • Pagina 17 De connectiewizard weergeven In dit deel van de handleiding worden de verbindingsinstructies beschreven. Raadpleeg "Problemen oplossen" in hoofdstuk 9 (p.91) en controleer de instellingen als er een foutbericht verschijnt. Als u op de ontspanknop of een andere cameraknop drukt tijdens het configureren van de instellingen via de verbindingsinstructies, worden de instructies afgesloten.
  • Pagina 18 De communicatiemethode en het type LAN selecteren De communicatiemethode selecteren Selecteer met het snelkeuzewiel <5> de communicatiemethode en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan. • Via FTP Kies deze optie om opnamen over te brengen naar een FTP-server. U kunt beelden automatisch direct na de opname overbrengen.
  • Pagina 19 De communicatiemethode en het type LAN selecteren • WFT-server Kies deze optie voor opnamen op afstand via een draadloos of bekabeld LAN, waarbij de transmitter fungeert als server. Bovendien kunnen beelden op een geheugenkaart in de camera worden weergegeven en gedownload op de computer.
  • Pagina 20 De communicatiemethode en het type LAN selecteren Het type LAN selecteren Raadpleeg pagina 61 voor informatie over [Gekop.opn.]. In dit hoofdstuk wordt geen informatie gegeven over [Gekop.opn.]. Selecteer met het snelkeuzewiel <5> het type LAN en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0>...
  • Pagina 21 Een verbinding maken via de wizard Het draadloze netwerk selecteren Als u [Verbind via wizard] selecteert, verschijnt een lijst met actieve draadloze LAN-terminals in uw omgeving en de bijbehorende informatie. Selecteer de SSID (of ESS-ID) van de gewenste draadloze LAN-terminal. Selecteer [Verbind via wizard].
  • Pagina 22 Een verbinding maken via de wizard De codeersleutel voor het draadloze LAN invoeren Voer vervolgens de codeersleutel (encryptie key) van de draadloze LAN-terminal in. Raadpleeg de handleiding bij het apparaat voor informatie over de codeersleutel. Afhankelijk van de verificatie en codering van de draadloze LAN-terminal kunnen de schermen hieronder bij stap 1 - 3 er anders uitzien.
  • Pagina 23 WPS-verbindingen (PBC-modus) Kies deze verbindingsmodus als u een draadloze LAN-terminal gebruikt die WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt. In de PBC-modus (Pushbutton Connection) maakt u vanuit de draadloze LAN-terminal heel eenvoudig verbinding met de camera door op de WPS-knop van de draadloze LAN-terminal te drukken. Als er meerdere draadloze LAN-terminals actief zijn in uw omgeving, is het wellicht moeilijker een verbinding tot stand te brengen.
  • Pagina 24 WPS-verbindingen (PIN-modus) Kies deze verbindingsmodus als u een draadloze LAN-terminal gebruikt die WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt. In de PIN-codeverbindingsmodus (PIN-modus) maakt u verbinding door het 8-cijferige identificatienummer van de camera in te voeren op de draadloze LAN-terminal. Zelfs als er meerdere draadloze LAN-terminals actief zijn in de omgeving, is het invoeren van een gedeeld identificatienummer een relatief betrouwbare methode om een verbinding tot stand te brengen.
  • Pagina 25 Netwerkinstellingen configureren Selecteer met het snelkeuzewiel <5> de manier waarop u de netwerkinstellingen wilt configureren en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan. [Autom. instellen] Instellingen die u anders met [Handm. Instellen] configureert, kunnen ook automatisch worden geconfigureerd.
  • Pagina 26 Voer onderstaande handelingen uit voordat u de handelingen op pagina 43 uitvoert. Als u deze handelingen niet uitvoert, start de WFT-pairingsoftware (zie pagina 44) mogelijk niet. Ga naar [C-schijf] [Program Files] [Canon] [EOS Utility] [WFTPairing] (in deze volgorde) en dubbelklik op het pictogram [WFT FirewallSettings].
  • Pagina 27 Netwerkinstellingen configureren Het virtuele toetsenbord gebruiken Het virtuele toetsenbord verschijnt tijdens het invoeren van de codeersleutel, de servernaam en andere informatie. Naar andere invoervelden gaan Druk op de knop <H> om naar een ander invoerveld te gaan. De cursor verplaatsen Verplaats de cursor met het snelkeuzewiel <5>.
  • Pagina 29 Beelden overbrengen naar een FTP-server Met FTP-overdracht kunt u elk beeld na de opname direct automatisch overbrengen naar de FTP-server of in één keer een serie opnamen op de FTP-server plaatsen.
  • Pagina 30 FTP-communicatie-instellingen configureren Deze instructies zijn een vervolg van hoofdstuk 1. Selecteer met het snelkeuzewiel <5> de optie [Adres instelling] en druk vervolgens op <0>. Als u de DNS-server hebt ingesteld op [Nee], verschijnt het scherm dat u links ziet. Selecteer met <0> de invoerpositie en voer vervolgens met het snelkeuzewiel <5>...
  • Pagina 31 FTP-communicatie-instellingen configureren Voer de instellingen voor [Login methode] in. Selecteer met het snelkeuzewiel <5> [OK] en druk vervolgens op <0> om naar het volgende scherm te gaan. Voer de instellingen voor [Doelfolder] in. Selecteer [Rootfolder] als u de beelden wilt opslaan in de hoofdmap die is opgegeven in de FTP-serverinstellingen.
  • Pagina 32 Automatische beeldoverdracht na elke opname Beelden kunnen direct na de opname automatisch worden overgebracht naar de FTP-server. U kunt tijdens de beeldoverdracht gewoon opnamen maken. Zorg ervoor dat er een geheugenkaart in de camera is geplaatst of een extern medium is aangesloten (p.71) voordat u opnamen maakt.
  • Pagina 33 Automatische beeldoverdracht na elke opname Alleen beelden van een bepaald formaat of type overbrengen Bij automatische overdracht tijdens het fotograferen kunt u kiezen welke beelden u wilt overdragen als u beelden van verschillend formaat opneemt op de geheugenkaart en de externe media of bij RAW+JPEG-opnamen.
  • Pagina 34 Beelden afzonderlijk overbrengen Selecteer eenvoudigweg een beeld en druk op <0> om de overdracht te starten. U kunt ook eerst een onderschrift toevoegen. U kunt tijdens de beeldoverdracht gewoon opnamen maken. Het huidige beeld overbrengen Selecteer bij [WFT instellingen] de optie [Stel in].
  • Pagina 35 Beelden afzonderlijk overbrengen Vóór de overdracht een onderschrift toevoegen U kunt aan elk beeld vóór de overdracht een geregistreerd onderschrift toevoegen. Dit is bijvoorbeeld handig als u de ontvanger informatie over de afdrukkwaliteit wilt geven. Het onderschrift wordt ook toegevoegd aan beelden die in de camera worden opgeslagen. Raadpleeg pagina 110 voor informatie over het maken en registreren van onderschriften.
  • Pagina 36 Groepen beelden overbrengen Na de opnamen kunt u meerdere beelden selecteren en deze in één keer overbrengen. U kunt ook niet-verzonden beelden of beelden die eerder niet konden worden verzonden, overbrengen. Als u gelijktijdig een CF-kaart en een SD-kaart gebruikt of als er externe media zijn aangesloten, worden de beelden overgezet vanuit de bron die is opgegeven op het tabblad [5], bij [Opn.functie+media/folder sel.] [Opn./weerg.].
  • Pagina 37 Groepen beelden overbrengen Breng de beelden over. Selecteer [Overbr.]. Er verschijnt een bevestigingsscherm. Selecteer [OK]. U ziet een voortgangsscherm met informatie over de overdracht. Tijdens de beeldoverdracht knippert het <LAN>- lampje. Het menu gebruiken tijdens beeldoverdracht U kunt het menu ook tijdens beeldoverdracht gebruiken. Ter voorkoming van overdrachtfouten zijn bepaalde menuopdrachten tijdens een overdracht echter niet beschikbaar, zoals [WFT instellingen], [Beveilig beelden], [Wis beelden], [Formatteren] en [Opn.functie+media/ folder sel.].
  • Pagina 38 Groepen beelden overbrengen Alle beelden in een map overbrengen Selecteer bij [WFT instellingen] de optie [Beeldsel./overdr.]. Selecteer [Sel.n]. Selecteer [Fldr beelden niet overgebr.]. Selecteer [Folder beelden overbr. fout] voor de overdracht van beelden die niet eerder konden worden overgebracht. Selecteer een map. Breng de beelden over.
  • Pagina 39 Groepen beelden overbrengen Alle beelden op geheugenkaarten overzetten Selecteer bij [WFT instellingen] de optie [Beeldsel./overdr.]. Selecteer [Alle bldn]. Selecteer [Kaartbeelden niet overgebr.]. Selecteer [Kaartbeelden overbrengfout] voor de overdracht van beelden die niet eerder konden worden overgebracht. Breng de beelden over. Selecteer [Overbr.].
  • Pagina 40 De beeldoverdrachthistorie controleren De overdrachthistorie van afzonderlijke beelden controleren Selecteer bij [Beeldsel./overdr.] de optie [Sel.Beeld] als u de overdrachthistorie wilt controleren. Beeld is niet geselecteerd voor overdracht (geen pictogram) Beeld is geselecteerd voor overdracht Beeld kon niet worden overgebracht Beeld is overgebracht De overdrachthistorie van mappen of geheugenkaarten controleren U kunt in het scherm [Beeldsel./overdr.] controleren...
  • Pagina 41 Overgedragen beelden weergeven Beelden worden in de volgende FTP-servermap overgebracht (zoals opgegeven in de FTP- serverinstellingen). Windows Op basis van de standaardinstellingen voor de FTP-server worden beelden opgeslagen op de [C-schijf] map [Inetpub] map [ftproot] of in een submap van deze map. Als in de FTP-serverinstellingen de hoofddoelmap voor de overdracht is gewijzigd, vraagt u de beheerder van de FTP-server waar de beelden worden opgeslagen.
  • Pagina 43 Opname op afstand via EOS Utility U kunt met EOS Utility op afstand opnamen maken via een draadloos of bekabeld LAN. Naast opnamen op afstand worden alle camerafuncties in EOS Utility ondersteund omdat voor deze optie een draadloos of bekabeld netwerk wordt gebruikt in plaats van de USB-kabel.
  • Pagina 44 Selecteer met het snelkeuzewiel <5> [OK]. Als u op <0> drukt, verschijnt het volgende bericht. ****** staat voor de laatste zes cijfers van het MAC-adres van de WFT-E2 II dat wordt gebruikt voor de verbinding. Start de pairingsoftware. Gewoonlijk is deze software op dezelfde locatie geïnstalleerd als EOS Utility.
  • Pagina 45 Communicatie-instellingen voor EOS Utility configureren Dubbelklik op het pictogram van de pairingsoftware. Er verschijnt een lijst met gedetecteerde camera's. Camera's die al zijn verbonden, staan niet in de lijst. Klik op [Connect]. Als er meerdere camera's in de lijst staan, kunt u de gewenste camera herkennen aan het [MAC address] of [IP address].
  • Pagina 46 Communicatie-instellingen voor EOS Utility configureren U hoeft de pairing niet opnieuw uit te voeren als u zonder de instellingen te wijzigen steeds één bepaalde camera, transmitter en computer gebruikt die u al hebt verbonden. Schakel vóór uw volgende PTP-sessie eenvoudigweg de camera in waaraan de transmitter is bevestigd en start de pairingsoftware.
  • Pagina 47 EOS Utility gebruiken Raadpleeg de instructiehandleiding bij de software (PDF) voor informatie over EOS Utility. U kunt via de transmitter alle functies van EOS Utility gebruiken, net als via een USB-verbinding. Als u Live view-opnamen op afstand maakt, is de beeld transmissiesnelheid lager dan via een USB- verbinding.
  • Pagina 49 Opname op afstand via WFT-server Via een webbrowser kunt u beelden op een geheugenkaart in de camera bekijken en ze downloaden naar de computer. U kunt bovendien op afstand opnamen maken via een draadloos of bekabeld LAN. Bulb- en movie-opnamen worden niet ondersteund.
  • Pagina 50 Communicatie-instellingen voor WFT-server configureren Deze instructies zijn een vervolg van hoofdstuk 1. Druk op <0>. Selecteer met het snelkeuzewiel <5> het setnummer en druk vervolgens op <0>. Druk nogmaals op <0>. Nadat de connectiewizard is afgesloten, verschijnt het menuscherm weer. Het <LAN>-lampje op de transmitter wordt groen.
  • Pagina 51 Communicatie-instellingen voor WFT-server configureren Selecteer met het snelkeuzewiel <5> de optie [WFT-account] en druk vervolgens op <0>. Selecteer met het snelkeuzewiel <5> de optie [Poortnummer] en druk op <0> als u het poortnummer wilt wijzigen. Het is meestal niet nodig om het poortnummer (80) te wijzigen. Selecteer een gebruiker.
  • Pagina 52 De WFT-server weergeven Geef in de webbrowser de WFT-server weer, een scherm voor transmitterhandelingen. Zorg ervoor dat er al een verbinding is tussen de camera en de computer. Start de webbrowser. Start eerst Internet Explorer of een andere webbrowser. Voer de URL in. Voer in het adresveld het IP-adres in dat is toegewezen aan de camera.
  • Pagina 53 Beelden weergeven U kunt beelden op de geheugenkaart van de camera als volgt weergeven. Klik op [Viewer]. Het beeldweergavescherm verschijnt. Selecteer de geheugenkaart. Klik op [CF], [SD] of het externe medium. Klik op de map [DCIM] en selecteer de map met de beelden.
  • Pagina 54 Beelden weergeven Download de beelden naar de computer. Klik op een miniatuur. Het beeld wordt groot weergegeven. Klik op < > om het beeld naar de computer te downloaden. Klik op [Return] om terug te keren naar het beeldweergavescherm. Raw- en filmbeelden worden hier niet weergegeven, maar u kunt ze wel op dezelfde manier naar de computer downloaden als JPEG's.
  • Pagina 55 Opname op afstand [Camera control] Maak de camera eerst klaar voor Live View-opnamen. U kunt op afstand echter geen movies opnemen. Raadpleeg pagina 59, "Opname op afstand" voor webbrowsers zonder JavaScript- ondersteuning. Klik op [Camera control]. Het uitgebreide opnamescherm verschijnt. ①...
  • Pagina 56 Opname op afstand [Camera control] Stel de focusinstellingsknop in op <f>. Klik onder deze omstandigheden op de ontspanknop (⑤). Als u de muisknop los laat, stelt de camera automatisch scherp en wordt de opname gemaakt. (Zie stap 5.) Met One-Shot AF wordt de opname pas gemaakt als er is scherpgesteld.
  • Pagina 57 Opname op afstand [Camera control] Configureer de opname-instellingen. Klik op de instellingen (zoals kwaliteit) voor details die u kunt configureren. Voer de gewenste instellingen in. Maak de opname. Klik op de ontspanknop (⑤). Als u de muisknop los laat, wordt de opname gemaakt. De opname wordt weergegeven.
  • Pagina 58 Opname op afstand [Simple control] Maak de camera eerst klaar voor Live View-opnamen. U kunt op afstand echter geen movies opnemen. Raadpleeg pagina 59, "Opname op afstand" voor webbrowsers zonder JavaScript- ondersteuning. Klik op [Simple control]. Het basisopnamescherm verschijnt met het Live View-beeld.
  • Pagina 59 Opname op afstand De volgende instructies zijn voor opname op afstand met webbrowsers zonder JavaScript-ondersteuning. Maak de camera eerst klaar voor Live View-opnamen. U kunt op afstand echter geen movies opnemen. Klik op [Capture]. Het opnamescherm verschijnt. Het Live View-beeld wordt niet weergegeven. Maak de opname.
  • Pagina 61 Gekoppelde opname Met Gekoppelde opname kunt u middels een draadloos netwerk (via IEEE 802.11g in ad-hocmodus) tot 10 slavecamera's koppelen aan de mastercamera waarop u op de ontspanknop drukt. U kunt als slavecamera elke camera (ongeacht het model) gebruiken die gekoppelde opnamen ondersteunt bij gebruik in combinatie met een transmitter uit de WFT-serie.
  • Pagina 62 Gekoppelde opname instellen Breng eerst een verbinding tot stand van de slavecamera's naar de mastercamera. Omdat gekoppelde opname werkt met een draadloze verbinding via IEEE 802.11g in ad-hocmodus, is deze functie niet beschikbaar via bekabelde LAN's. Open het transmittermenu. Druk op de camera op de knop <7>. Selecteer op het tabblad [7] de optie [WFT- instellingen] en druk op <0>.
  • Pagina 63 Gekoppelde opname instellen Stel de mastercamera in. Volg stap 1-3 op de vorige pagina om de instellingen op de mastercamera te configureren. Selecteer vervolgens [Master]. Het volgende scherm verschijnt. Schakel op dit punt over op het instellen van de slavecamera's. Selecteer op de slavecamera's [OK].
  • Pagina 64 De slavecamera's opstellen Slavecamera Slavecamera Slavecamera Slavecamera Mastercamera Stel de slavecamera's op in direct zicht van de mastercamera, zonder obstakels die de zichtlijn belemmeren. U kunt de mastercamera in een volledige cirkel van maximaal ongeveer 100 m opstellen. De ondersteunde afstand voor gekoppelde opname kan echter minder zijn afhankelijk van de omstandigheden voor draadloze communicatie.
  • Pagina 65 Instellingsinformatie beheren...
  • Pagina 66 Instellingen controleren U controleert de netwerkinstellingen als volgt. Selecteer bij [WFT instellingen] de optie [Stel in]. Selecteer [Bevestig instell.]. De instellingen worden weergegeven. Voorbeeld van instellingen voor Voorbeeld van instellingen voor FTP-overdracht en bekabeld LAN FTP-overdracht en draadloos LAN...
  • Pagina 67 Instellingen wijzigen U kunt instellingen die u oorspronkelijk met de connectiewizard hebt gemaakt als volgt wijzigen. U kunt ook IP-beveiligingsinstellingen (IPsec) die niet via de connectiewizard zijn opgegeven wijzigen, maar ook andere instellingen. Zo kunt u bijvoorbeeld bepalen wat er gebeurt als u een beeldbestand naar de FTP-server verzendt dat al onder die naam op de server bestaat.
  • Pagina 68 Instellingen wijzigen IP-beveiliging (IPsec) U configureert de IP-beveiliging via [TCP/IP] [Beveiliging]. IPsec is een serie normen voor gecodeerde communicatie via internet. Het biedt een effectieve beveiliging voor zowel draadloze als bekabelde LAN's. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u IPsec inschakelen via de netwerkinstellingen van de computer.
  • Pagina 69 Instellingen opslaan en laden U kunt netwerkinstellingen op een geheugenkaart opslaan en ze in andere camera's gebruiken. Instellingen opslaan Selecteer bij [WFT instellingen] de optie [Stel in]. Selecteer [LAN-instelling]. Kies het nummer van de instellingen. Kies hier het nummer van de LAN-instellingen. Selecteer [Wijzig].
  • Pagina 70 Instellingen opslaan en laden Selecteer [Opslaan]. De instellingen worden nu als bestand opgeslagen op de geheugenkaart. De instellingen worden opgeslagen als bestand (WFTNPF**.NIF) in het gedeelte van de geheugenkaart dat u ziet als u de kaart opent (in de hoofdmap). De bestandsnaam wordt automatisch door de camera bepaald: WFTNPF, gevolgd door een getal (01 to 99) en de extensie NIF.
  • Pagina 71 Externe media gebruiken U kunt externe media die u zelf hebt aangeschaft en aangesloten via USB, op dezelfde manier gebruiken als CF- en SD-kaarten. U kunt op externe media ook een back-up maken van beelden die zijn opgeslagen op CF- en SD-kaarten.
  • Pagina 72 Externe media aansluiten Zet de aan/uit-schakelaar van de camera op <OFF> voordat u externe media aansluit op de transmitter. Schakel ook externe media met eigen voeding uit. Gebruik de USB-kabel die u bij de camera hebt ontvangen als u externe media aansluit. De USB-poort van de transmitter is niet hot-pluggable.
  • Pagina 73 Externe media aansluiten Selecteer [OK]. Camerahandelingen zoals opnamen en menu- of beeldweergave zijn pas mogelijk als er een verbinding tot stand is gebracht. Als de transmitter is aangesloten op het externe medium, wordt het <USB>-lampje van de transmitter groen en ziet u het bericht dat er een verbinding tot stand is gebracht.
  • Pagina 74 Externe media aansluiten Externe media loskoppelen van de USB-poort Selecteer altijd [Verbreken] (zie stap 5) voordat u externe media loskoppelt van de USB-poort. Volg de instructies op het scherm om de verbinding te beëindigen. De verbinding wordt niet beëindigd als u de camera en het externe medium uitschakelt. Als u een extern medium loskoppelt terwijl de verbinding nog actief is, moet u het externe medium weer op de USB-poort aansluiten en de voorgaande stappen uitvoeren om de verbinding te beëindigen.
  • Pagina 75 Opnamemedia kiezen tijdens opnamen U kunt beelden opslaan op CF- en SD-kaarten. Op dezelfde manier kunt u ze ook opslaan op externe media die zijn aangesloten via USB. U kunt ook [Opn.functie], [Opn./weerg.] en [Folder] instellen op gebruik van het externe medium (zie hierna).
  • Pagina 76 Opnamemedia kiezen tijdens opnamen De instelling voor [Opn./weerg.] Als u bij [Opn./weerg.] externe media selecteert, verschijnt het scherm [Sel. locatie voor DCIM folder]. De map DCIM bevat de map EOS1D, waar beelden worden opgeslagen. Selecteer de standaardinstelling [/] als u de map DCIM wilt maken in de eerste map die wordt weergegeven als het externe medium wordt geopend (dat wil zeggen, de hoofdmap).
  • Pagina 77 Beelden kopiëren U kunt beelden kopiëren naar CF- en SD-kaarten. Op dezelfde manier kunt u ze ook kopiëren naar externe media die zijn aangesloten via USB. Selecteer op het tabblad [5] de optie [Opn.functie+media/folder sel.]. Het pictogram voor externe media staat naast de pictogrammen voor de CF- en SD-kaarten.
  • Pagina 78 Een back-up maken op externe media U kunt op externe media een back-up maken van beelden die op een CF- of SD-kaart zijn opgeslagen. Opnamen worden in eerste instantie opgeslagen in de map DCIM van de CF- of SD-kaart. Als u [Externe media backup] selecteert, wordt er op een extern medium een back-up van de map DCIM gemaakt.
  • Pagina 79 Een back-up maken op externe media Snelle backup U kunt ook een eenvoudige back-upmethode kiezen. Dit doet u als volgt. Selecteer [Snelle backup]. Selecteer de brongeheugenkaart. Selecteer [Start]. Selecteer [OK]. De back-upprocedure wordt gestart. Selecteer [OK] als het bericht verschijnt dat de back-up is voltooid.
  • Pagina 80 Een back-up maken op externe media Locatie waar de map DCIM wordt opgeslagen De map DCIM wordt opgeslagen in een map die wordt aangegeven met een pad, bijvoorbeeld [u/09103102/]. De naam van de doelmap bevat de huidige datum (laatste twee cijfers van het jaartal plus de maand en de dag) en een volgnummer (01-99).
  • Pagina 81 Een back-up maken op externe media Selecteer [Maak folder]. Voer bij [Foldernaam] de naam van de map in. Gebruik altijd 8 tekens voor de mapnaam. Raadpleeg "Het virtuele toetsenbord gebruiken" (p.27) voor informatie over het invoeren van de mapnaam. Selecteer [Start]. Selecteer [OK].
  • Pagina 82 Een back-up maken op externe media Etui voor externe media De meegeleverde etui voor externe media is geschikt voor vaste schijven van maximaal 120 x 75 x 15 mm.
  • Pagina 83 NMEA 0183 versie 3.0.1. Daarnaast kunt u sommige apparaten gebruiken die Garmin-protocolgegevens produceren (vanaf november 2009). Neem contact op met uw dealer of het Canon Service Center voor een lijst met ondersteunde GPS-apparatuur. Raadpleeg de instructiehandleiding bij de GPS-apparatuur of neem contact op met...
  • Pagina 84 GPS-apparatuur aansluiten via een USB-kabel Schakel het GPS-apparaat en de camera uit voordat u ze aansluit. Gebruik de USB-kabel die u bij de camera hebt ontvangen als u GPS-apparatuur aansluit. De USB-poort van de transmitter is niet hot-pluggable. U kunt niet op elk gewenst moment USB-kabels aansluiten of loskoppelen.
  • Pagina 85 GPS-apparatuur aansluiten via een USB-kabel Selecteer [OK]. Selecteer [OK] en schakel vervolgens het GPS- apparaat in. Het kan enige minuten duren voordat er een verbinding tot stand wordt gebracht met het GPS- apparaat. Camerahandelingen zoals opnamen en menu- of beeldweergave zijn pas mogelijk als er een verbinding tot stand is gebracht.
  • Pagina 86 GPS-apparatuur aansluiten via een USB-kabel GPS-apparatuur loskoppelen van de USB-poort Selecteer altijd [Verbreken] (zie stap 5) voordat u GPS-apparatuur loskoppelt van de USB- poort. Volg de instructies op het scherm om de verbinding te beëindigen. De verbinding wordt niet beëindigd als u de camera en het GPS-apparaat uitschakelt. Als u een GPS-apparaat loskoppelt terwijl de verbinding nog actief is, moet u het GPS-apparaat weer op de USB-poort aansluiten en de voorgaande stappen uitvoeren om de verbinding te beëindigen.
  • Pagina 87 GPS-apparatuur aansluiten via Bluetooth Als u de Canon Bluetooth-adapter BU-30 op de USB-poort aansluit, beschikt u over draadloze verbinding met Bluetooth® GPS-apparaten. (U kunt hiermee alleen Bluetooth® GPS- apparatuur aansluiten.) Bij gebruik van een Bluetooth-adapter die niet van Canon is, dient u vooraf het gebruik te controleren.
  • Pagina 88 GPS-apparatuur aansluiten via Bluetooth Selecteer [OK]. Nadat de Bluetooth-adapter is aangesloten op de transmitter, knippert het <USB>-lampje van de transmitter groen en ziet u het bericht dat er een verbinding tot stand is gebracht. Selecteer [OK] als het bevestigingsbericht verschijnt. Vanaf dit moment is de menuopdracht [Verbreken] beschikbaar.
  • Pagina 89 GPS-apparatuur aansluiten via Bluetooth Selecteer [OK] als het bevestigingsbericht verschijnt. De GPS-verbindingsstatus verandert in [Verbinden]. Als u in deze omstandigheden op <0> drukt, kunt u de verbinding met het GPS- apparaat verbreken. Maak de opname. Controleer of het <USB>-lampje van de transmitter groen is voordat u opnamen maakt.
  • Pagina 90 GPS-apparatuur aansluiten via Bluetooth De Bluetooth-adapter loskoppelen van de USB-poort Selecteer altijd [Verbreken] (zie stap 5) voordat u een Bluetooth-adapter loskoppelt van de USB-poort. Volg de instructies op het scherm om de verbinding te beëindigen. De verbinding met de Bluetooth-adapter wordt niet verbroken als u eenvoudigweg de camera uitschakelt.
  • Pagina 91 Problemen oplossen...
  • Pagina 92 Reageren op foutberichten Als u op de LCD-monitor van de camera transmitterfouten ziet, kijkt u of u de oorzaak van de fout kunt wegnemen met de suggesties in dit gedeelte. U kunt de foutinformatie ook bekijken bij [WFT instellingen] op het tabblad [7] [Foutomschrijving].
  • Pagina 93 Reageren op foutberichten 11: Verb. target niet gevonden Is de pairingsoftware gestart? Start de pairingsoftware en volg de instructies om de verbinding opnieuw tot stand te brengen. (p.44) Zijn de transmitter en de draadloze LAN-terminal geconfigureerd met dezelfde codeersleutel (encryptie key) voor verificatie? Deze fout doet zich voor als de codeersleutels niet overeenkomen en de verificatiemethode voor codering is ingesteld op [Open systeem].
  • Pagina 94 Reageren op foutberichten 22: Geen respons van DNS-server Controleren op de transmitter Op de transmitter is het DNS-adres ingesteld op [Autom. toekennen] of [Handm. Instellen]. Doet de fout zich voor bij deze instellingen? Als er geen DNS-server wordt gebruikt, stelt u het DNS-adres van de transmitter in op [Nee].
  • Pagina 95 Reageren op foutberichten 24: Geen respons van proxyserver Controleren op de transmitter Op de transmitter is de proxyserver ingesteld op [Gebr.]. Doet de fout zich voor bij deze instelling? Als er geen proxyserver wordt gebruikt, stelt u de proxyserver op de transmitter in op [Nee].
  • Pagina 96 Reageren op foutberichten 25: Andere terminal heeft zelfde IP-adres ingesteld Is er een ander apparaat op het transmitternetwerk dat hetzelfde IP-adres gebruikt als de transmitter? Deze fout doet zich voor als de transmitter is aangesloten op een netwerk waar vervolgens een ander apparaat wordt aangesloten met hetzelfde IP-adres. Wijzig het IP- adres van de transmitter om te voorkomen dat twee apparaten op één netwerk hetzelfde adres gebruiken.
  • Pagina 97 Gebruik de computer om externe media met een FAT16- of FAT32-bestandssysteem te formatteren. Het GPS-apparaat is niet compatibel met de transmitter. Gebruik bij voorkeur GPS-apparatuur waarvan de werking door Canon is geverifieerd. 33: USB device fout Er is een probleem met het externe medium.
  • Pagina 98 Reageren op foutberichten 41: Kan niet verbinden met FTP server Controleren op de transmitter Komt het IP-adres van de FTP-server op de transmitter overeen met het werkelijke adres van de server? Zorg ervoor dat het IP-adres op de transmitter overeenkomt met het werkelijke adres van de FTP-server.
  • Pagina 99 Reageren op foutberichten Zoekt u verbinding met de FTP-server via een breedbandrouter? Sommige breedbandrouters beperken via een firewall de toegang tot de FTP-server. Wijzig de firewallinstellingen zodat toegang tot de FTP-server mogelijk is. Wellicht hebt u wel toegang tot de FTP-server als u op de transmitter [Passive mode] instelt op [Gebr.].
  • Pagina 100 Reageren op foutberichten 45: Kan niet inloggen op FTP server. Foutcode ontvangen van server. Controleren op de transmitter Is op de transmitter de [Loginnaam] correct ingevoerd? Controleer de loginnaam voor de FTP-server. Bij de instelling wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters, dus controleer of u alles juist hebt ingevoerd. Controleer of u de correcte loginnaam hebt ingevoerd op de transmitter.
  • Pagina 101 Reageren op foutberichten 47: Einde beeldbestand overbr. niet bevestigd door FTP server Deze fout doet zich voor als de transmitter om een of andere reden geen bevestiging van de FTP-server ontvangt dat de beeldoverdracht is voltooid. Start de FTP-server en de camera opnieuw op en verzend de beelden nogmaals. 51: Verbinding met Bluetooth-adapter verbroken Is de afstand tussen de Bluetooth-adapter en het GPS-apparaat te groot? Verklein de afstand tussen het GPS-apparaat en de Bluetooth-adapter.
  • Pagina 102 Reageren op foutberichten 61: Zelfde SSID wireless LAN-terminal niet gevonden Zijn er obstakels op de zichtlijn tussen de transmitter en de antenne van de draadloze LAN-terminal? Zet de antenne in een positie die duidelijk zichtbaar is vanuit de transmitter. (p.106) Controleren op de transmitter Komt de SSID-instelling op de transmitter overeen met die op de draadloze LAN- terminal?
  • Pagina 103 Reageren op foutberichten 63: Wireless LAN-verificatiefout Zijn de transmitter en de draadloze LAN-terminal ingesteld op dezelfde verificatiemethode? De transmitter ondersteunt de volgende verificatiemethoden: [Open systeem], [Shared key], [WPA-PSK] en [WPA2-PSK]. (p.21) Als u een AirPort gebruikt voor communicatie in infrastructuurmodus, wordt [Open systeem] niet ondersteund.
  • Pagina 104 Reageren op foutberichten 66: Onjuiste wireless LAN encryptie key Zijn de transmitter en de draadloze LAN-terminal geconfigureerd met dezelfde codeersleutel (encryptie key) voor verificatie? Bij de instelling wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters, dus controleer of u alles juist hebt ingevoerd. Controleer of u de correcte codeersleutel voor verificatie hebt ingevoerd op de transmitter en de draadloze LAN-terminal.
  • Pagina 105 Reageren op foutberichten 71: Geen verbinding mogelijk met slavecamera's Volgt u de juiste procedure voor het tot stand brengen van een verbinding met de slavecamera's? Bedien de slavecamera's conform de instructies (p.62, 63). Bevinden de slavecamera's zich te ver van de mastercamera? Breng de slavecamera's dichter bij de mastercamera.
  • Pagina 106 Opmerkingen over draadloze LAN's Voer de volgende suggesties uit als u de transmitter gebruikt in combinatie met een draadloos LAN en de transmissiesnelheid afneemt, de verbinding wordt verbroken of er sprake is van andere problemen. Installatie en antennepositie van draadloze LAN-terminal Als u de transmitter binnenshuis gebruikt, installeert u de draadloze LAN-terminal in dezelfde kamer als waar u opnamen maakt.
  • Pagina 107 Netwerkinstellingen controleren Windows Klik op de Windows-knop [Start] [Alle programma's] [Bureau-accessoires] [Opdrachtprompt]. Typ ipconfig/all en druk op <Enter>. U ziet het IP-adres dat aan de computer is toegewezen plus het subnetmasker, de gateway en de DNS-serverinformatie. Wijzig hier de meest rechtse nummers als u wilt voorkomen dat u hetzelfde IP-adres voor de computer en andere netwerkapparatuur gebruikt bij de configuratie van het IP-adres dat wordt toegewezen aan de camera (pagina 25).
  • Pagina 109 Aanvullende informatie...
  • Pagina 110 Onderschriften maken en registreren U kunt als volgt onderschriften maken en registreren op de camera. Raadpleeg ook "Vóór de overdracht een onderschrift toevoegen" (p.35). Gebruik voor het maken en registreren van onderschriften een computer waarop EOS Utility is geïnstalleerd. Sluit eerst de transmitter aan op de camera en gebruik de bij de camera geleverde USB- kabel om de camera aan te sluiten op de computer.
  • Pagina 111 Technische gegevens Type Type: Accessoire voor beeldoverdracht die kan worden gebruikt in draadloze LAN's en middels Ethernet in bekabelde LAN's (IPsec-compatibel). Kan via USB worden aangesloten op externe media, GPS-apparatuur en Bluetooth-adapters. Draadloos LAN Voldoet aan: IEEE 802.11a (WFT-E2 IIA/B/C) en ARIB STD-T71 IEEE 802.11b en ARIB STD-T66 IEEE 802.11g en ARIB STD-T66 Transmissiemethode:...
  • Pagina 112 Ong. 80 g (alleen behuizing) Gebruiksomgeving Temperatuur: 0°C - 45°C Luchtvochtigheid: 85% of minder Bovenstaande technische gegevens zijn gebaseerd op testresultaten van Canon. De technische gegevens en het uiterlijk van de transmitter kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. Model Number WFT-E2 IIA : DS585802...
  • Pagina 116 Con la presente Canon Inc. dichiara che questo CH9-1161 è conforme ai requisiti essenziali ed alle altre disposizioni pertinenti stabilite dalla direttiva 1999/5/CE. Ar šo Canon Inc. deklar , ka CH9-1161 atbilst Direkt vas 1999/5/EK b tiskaj m pras b m un citiem ar to saist tajiem noteikumiem.
  • Pagina 117 MEMO...
  • Pagina 118 Index Draadloze en bekabelde IEEE 802.11a..........8 LAN-functies IEEE 802.11b/g........... 8 Infrastructuur......... 8, 21 Instellingsinformatie ........65 IP-adres ..........25, 30 Account ............. 50 IPsec ............68 Ad hoc ........... 8, 21 JPEG............33 Beelden weergeven........53 Beeldoverdracht ........13, 29 Beeldoverdracht, afzonderlijke beelden ..
  • Pagina 119 Index Functies bij aansluiting RAW ............33 via USB RAW+JPEG ..........33 Router............25 Back-up..........71, 80 Selecteer folder ......... 31 Back-up, beelden ........78 Shared key ..........21 Bluetooth........... 87 Simple control..........58 Busvoeding ..........71 Slavecamera ..........62 Sleutelindeling ...........
  • Pagina 120 CANON INC. 30-2, Shimomaruko 3-chome, Ohta-ku, Tokyo 146-8501, Japan CANON U.S.A. INC. U.S.A. One Canon Plaza, Lake Success, NY 11042-1198, U.S.A. For all inquires concerning this product, call toll free in the U.S. 1-800-OK-CANON CANON CANADA INC. HEADQUARTERS CANADA 6390 Dixie Road, Mississauga, Ontario L5T 1P7, Canada CANON CANADA INC.