1
Basisnetwerkinstellingen
Zorg voor de juiste basisnetwerkinstellingen via de connectiewizard van de
transmitter. U vindt de instructies op het menuscherm van de camera.
Voorbereidingen
De connectiewizard biedt hulp bij de aansluiting van de transmitter op een bestaand
draadloos of bekabeld LAN.
Als u de transmitter aansluit op een draadloos LAN, moet u vooraf het draadloze
LAN-apparaat (toegangspunt of adapter) en de computer voorbereiden op aansluiting
van de transmitter. Zorg er bij de configuratie van de basisnetwerkinstellingen voor
dat de transmitter zich binnen 3 m van het draadloze LAN-apparaat bevindt.
Sluit bij een bekabeld LAN de transmitter op de computer aan met een LAN-kabel.
Bereid de transmitter voor op aansluiting op het bekabelde netwerk.
13