26
Kwaliteit voor professionals
• Bij snel gereden machines met grondaangedreven werktuigen: gevaar na het
uittillen door nalopende massatraagheid! Pas benaderen, wanneer deze geheel stil
staan!
• Voor het verlaten van de tractor de machine op de grond plaatsen, de motor
uitschakelen en de contactsleutel uitnemen!
• Tussen de tractor en de machine mag niemand zich ophouden, zonder dat het
voertuig tegen wegrollen is beveiligd door het aantrekken van de parkeerrem en/of
het plaatsen van een wielblok!
• Ingeklapte bomen en hefinrichtingen in de transportstand borgen!
• Packer-vangarmen voor het wegtransport inzwenken en borgen!
• Markeurs in de transportstand vergrendelen!
• Voor de controle moet er vrij zicht bestaan op de opgebouwde graslandeg en de
gevaarlijke bewegingszone.
• In overeenstemming met de onderhoudshandleiding wordt een reiniging
aanbevolen. Daarbij moet de onderhoudshandleiding gevolgd en de geschikte
veiligheidsuitrusting gebruikt worden.
• Onder de machine mag niet worden gewerkt.
• Deze machines moeten door de exploitant regelmatig (voor ieder gebruik) worden
gecontroleerd op breuken en scheuren, schuurplekken, lekken, losse schroeven
en schroefverbindingen, trillingen, opvallende geluiden en correcte werking.
• Indien nodig moet gehoorbescherming worden gebruikt.
• Bij de montage moet de gebruiker controleren of de tractor aan de in de handleiding
gestelde eisen voldoet m.b.t. vermogen, asbelastingen en gewichtsverdeling plus
de correcte montage van de aansluitingen zoals beschreven in de handleiding.
• De aansluitingen op de tractorhydraulica moeten bij de montage van de machine
correct en schoon worden verbonden door de gebruiker.
• De rijsnelheid van de tractor moet bij de uitvoering van het werk in
overeenstemming met de handleiding tussen 6 en 12 km/h liggen.
• Gebruik bij reparatie- of onderhoudswerkzaamheden indien nodig bijkomende
verlichting (bijv. handlamp).
19.3
Aangebouwde machines
• Voor het aan- en afbouwen van machines aan de driepuntsophanging de
bedieningsinrchtingen in een positie plaatsen, waarbij het onbedoeld heffen of
neerlaten is uitgesloten!
• Bij driepuntaanbouw moeten de aanbouwcategorieën van tractor en machine
overeenstemmen of op elkaar worden afgestemd!
• In de omgeving van de driepuntstangen bestaat gevaar voor lichamelijk letsel door
beknelling!
• Kom bij het bedienen van de buitenbediening voor de driepuntaanbouw niet tussen
de tractor en de machine!
• Let in de transportstand van de machine altijd op voldoende zijwaartse borging van
de tractordriepunt!
• Bij rijden op de openbare weg met opgeheven machine moet de bedieningshendel
tegen neerlaten zijn geborgd!
• De gebruiker moet de graslandeg bij de montage d.m.v. een metalen verbinding
aan de tractor koppelen.