Een rit maken
Als u een draadloze sensor of accessoire gebruikt, kunt u deze/dit koppelen en activeren bij de eerste installatie
(De draadloze sensoren koppelen,
toestellen al gekoppeld en kunnen ze bij eerste installatie worden geactiveerd.
1 Houd
ingedrukt om het toestel in te schakelen.
2 Ga naar buiten en wacht tot het toestel satellieten heeft gevonden.
De satellietbalken worden groen als het toestel gereed is.
3 Selecteer in het startscherm
4 Selecteer
.
5 Selecteer
om de activiteitentimer te starten.
OPMERKING: De geschiedenis wordt alleen vastgelegd als de activiteiten-timer is gestart.
6 Veeg naar links of rechts om meer gegevensschermen te bekijken.
U kunt omlaag vegen vanaf de bovenkant van de gegevensschermen om de widgets weer te geven.
7 Tik indien nodig op het scherm om de statusoverlaygegevens (inclusief de levensduur van de batterij) weer
te geven of terug te gaan naar het startscherm.
8 Selecteer
om de activiteitentimer te stoppen.
TIP: Voordat u deze rit opslaat en deelt op uw Garmin Connect account, kunt u het rittype wijzigen.
Nauwkeurige rittypegegevens zijn belangrijk voor het kiezen van fietsvriendelijke routes.
9 Selecteer Bewaar rit.
10 Selecteer
.
Racen tegen een eerder voltooide activiteit
U kunt racen tegen een eerder vastgelegde of gedownloade activiteit.
1 Selecteer Training > Race een activiteit.
2 Selecteer een optie:
• Selecteer Race een activiteit om een eerder op uw toestel geregistreerde activiteit te selecteren.
• Selecteer Opgeslagen koersen om een activiteit te selecteren die u vanaf uw Garmin Connect account
hebt gedownload.
3 Selecteer de activiteit.
4 Selecteer Rijden.
5 Selecteer
om de activiteitentimer te starten.
Training
Training
pagina 44). Als bij uw toestel een draadloze sensor is meegeleverd, zijn de
of
om een activiteitenprofiel te selecteren.
9