Instellingen met gebruik van het programma
Zoals hierboven vermeld, kun je een vooraf ingesteld programma kiezen. Hieronder vind je een extra
toelichting per programma in de gedownloade software.
AUTOMATISCHE instellingen (automatisch programma)
De instellingen die je hier kunt aanpassen, zijn dezelfde als de
instellingen op de regenerator.
Zie hoofdstuk 7.2.3 als je meer informatie wilt over deze instellingen.
Automatische modus.
Instellingen HERSTELLEN (regeneratielading)
Als je 'Restore' kiest, dan is dit gelijk aan een regeneratielading.
Als je klikt op de pijltjes naast spanning (V), stroom (A) of duur
(uur:min), kun je de waarden wijzigen.
Met de knoppen 'omhoog' en 'omlaag' wordt de spanning verhoogd of verlaagd met 0,1 V,
wordt de stroomsterkte verhoogd of verlaagd met 0,1 A en wordt de tijd verhoogd of
verlaagd met 1 uur en/of 1 minuut.
Instelling ONTLADEN ('Discharge')
Als je deze instelling selecteert, kies je voor het ontladen van de
batterij.
De instellingen zijn dezelfde als de instellingen voor HERSTELLEN
('Restore').
Als je klikt op de pijltjes naast 'Voltage (V)' , ' Current (A)' of 'Duration
[Hour : Min]' , kun je de waarden wijzigen.
Met de knoppen 'omhoog' en 'omlaag' wordt de spanning verhoogd of verlaagd met 0,1 V,
wordt de stroomsterkte verhoogd of verlaagd met 0,1 A en wordt de tijd verhoogd of
verlaagd met 1 uur en/of 1 minuut.
Instellingen PROGRAM (laden, ontladen en gemengde instellingen)
Met deze optie kun je de instellingen invoeren als in hoofdstuk 7.2.2,
alleen de lay-out is anders dan als getoond op de regenerator.
Hier kun je de map vinden waarin het logboekbestand wordt
opgeslagen, het label en tevens de bestandsnaam.
60/80