11.
BIJLAGEN
11.1.
De noodstop
Als er zich een probleem voordoet als hieronder vermeld met betrekking tot de bediening van de
regenerator, druk dan onmiddellijk op de noodstopknop om het apparaat uit te schakelen:
• Verhoogde spanning en ampère die de instellingen van de regenerator overschrijden.
• Schade, rook of vonken bij de ingangs- of uitgangskabelmantel.
• Snelle stijging van de temperatuur bij de ingangs- of uitgangskabel en de startkabel.
• Sleutelschakelaar kan niet UIT worden gezet.
• Het touchscreen van het beeldscherm van de regenerator werkt niet.
• Brandgeur, rook of vonken afkomstig uit de regenerator.
• Snelle temperatuurstijging of vonkvorming bij de batterij.
• Kapotte of vervormde batterij.
• Zoals vastgesteld door de bediener van het apparaat.
1. De noodschakelaar bedienen
1. Druk op de rode knop rechtsboven op het
toestel om de noodstop te activeren.
2. Draai de sleutelschakelaar naar de stand OFF.
3. Draai de uitgangsschakelaar naar de stand OFF.
4. Draai de voedingsschakelaar naar de stand OFF.
5. Los het probleem op waarvoor je op de
noodstop hebt gedrukt.
6. Raadpleeg hoofdstuk 9 Probleemoplossing.
7. Als de gids voor probleemoplossing je niet kan
helpen, neem dan contact op met je dealer of
stuur een e-mail naar support@energicplus.
com.
2. De noodschakelaar resetten
Wanneer je probleem met de regenerator is
opgelost, kun je de noodstopschakelaar resetten.
1. Draai de knop rechtsom om deze te resetten
naar de oorspronkelijke stand.
2. Schakel de stroomschakelaar in.
3. Schakel de stroomschakelaar in.
4. Schakel de sleutelschakelaar in.
5. Controleer de ingestelde waarde van de
regenerator.
6. Start de regenerator opnieuw overeenkomstig
de geplande taak.
7. Controleer of de aanvankelijke aandrijving
werkt als de ingestelde waarde.
50/80