7.
BEDIENING
7.1.
Veiligheidsinstructies voor de bediening van het product
• Een beschadigd of defect toestel mag nooit worden gebruikt. Indien schade of defecten
worden gedetecteerd tijdens de dagelijkse onderhoudscontrole of functietesten, moet het
toestel worden gelabeld en buiten bedrijf worden gesteld.
• Als de gebruiker niet strik alle veiligheidsregels naleeft en voorzorgsmaatregelen neemt,
kan de regenerator letsel of de dood veroorzaken, of schade aan andere apparatuur of
eigendommen.
• Naakte geleiders of klemmen in het uitgangscircuit of ondergrondse, stroomvoerende
apparatuur kunnen personen een dodelijke schok geven.
• Wees extra voorzichtig als je werkt in vochtige zones.. Zorg ervoor dat het gebied rond de
batterij goed geventileerd is.
• Sta op een droge rubberen mat of droog hout.
• Gebruik isolerende handschoenen wanneer vochtigheid of zweet niet kan worden
vermeden.
• Houd kleding droog.
• Gebruik kabels die voldoende capaciteit hebben voor het voeren van de bedrijfsstroom
zonder oververhit te raken.
• Houd vonken, vlammen, brandende sigaretten en andere ontstekingsbronnen altijd uit de
buurt van de regenerator.
• Onderbreek geen stroomvoerende circuits bij de klemmen of de batterijen.
• Zorg ervoor dat de regenerator UIT is, voorafgaand aan het aansluiten of loskoppelen van
de batterij. De digitale display moet volledig UIT zijn.
• Zorg ervoor dat de bedrijfstemperatuur tussen de 0 °C en 45 °C ligt.
• Zorg ervoor dat de relatieve vochtigheid tussen 20%RH ~ 80%RH ligt.
• Gebruik het apparaat niet in de aanwezigheid van brandbaar gas.
• Open de kast niet. Alleen gekwalificeerd personeel mag dit openen.
• Inspecteer de werking wanneer de batterij gedurende langer dan 12 uur aangesloten moet
blijven op de regenerator.
• De operator of personen die de regenerator gebruiken, moeten altijd beschermende
handschoenen en oogbescherming dragen. Wij raden sterk aan om ook een rubberen
schort en gelaatsbescherming te dragen.
• Mensen die niet met de regenerator werken, moeten een afstand van 3 meter aanhouden.
7.2.
Bedieningsinstructies
Zie hoofdstuk 8 voor het dagelijkse onderhoudsschema.
1. Ga naar het hoofdmenu en druk op 'Operation' .
29/80