7 Inbedrijfstelling
7
Inbedrijfstelling
7.1
Werkwijze bij de inbedrijfstelling
Voor u de omvormer in bedrijf kunt stellen, moet u verschillende instellingen controleren en
eventueel wijzigen. Dit hoofdstuk beschrijft de werkwijze en geeft een overzicht van de stappen die
u in ieder geval in de aangegeven volgorde moet uitvoeren.
Werkwijze
1.
Aansluiting op de SMA Speedwire/Webconnect-datamo-
dule.
2.
Controleer op welke landspecifieke gegevensrecord de
omvormer is ingesteld.
3.
Als de landspecifieke gegevensrecord voor uw land of uw
gebruiksdoel niet correct is ingesteld, stel dan de gewens-
te landspecifieke gegevensrecord in.
4.
Stel de omvormer in bedrijf.
7.2
Landspecifieke gegevensrecord instellen
Stel binnen de eerste 10 terugleveruren via de draaischakelaar in de omvormer de landspecifieke
gegevensrecord in die voor uw land of uw gebruiksdoel van toepassing is. Na de eerste
10 terugleveruren kan de landspecifieke gegevensrecord alleen nog via een communicatieproduct
worden gewijzigd.
De landspecifieke gegevensrecord moet juist zijn ingesteld.
Als u een landspecifieke gegevensrecord instelt die niet geldig is voor uw land en uw
gebruiksdoel, kan dit leiden tot storing van de installatie en tot problemen met de
netwerkexploitant. Neem bij de keuze van de landspecifieke gegevensrecord in ieder geval
de ter plaatse geldende normen en richtlijnen evenals de eigenschappen van de installatie
(bijv. grootte van de installatie, netaansluitpunt) in acht.
• Als u niet zeker weet welke landspecifieke gegevensrecord voor uw land of uw
gebruiksdoel geldig is, neem dan contact op met de netwerkexploitant om te vragen
welke landspecifieke gegevensrecord moet worden ingesteld.
34
STP15-25TL-30-BE-nl-13
SMA Solar Technology AG
Zie
Installatiehandleiding van de
SMA Speedwire/Webcon-
nect-datamodule
aanvullingsblad met de fa-
brieksinstellingen, typeplaatje
of display
hoofdstuk 7.2, pagina 34
hoofdstuk 7.3, pagina 35
Bedieningshandleiding