6 Elektrische aansluiting
Extra aarding:
Veiligheid conform IEC 62109
De omvormer is niet uitgerust met een aardleidingsbewaking. Om de veiligheid conform
IEC 62109 te garanderen, moet u een van de volgende maatregelen treffen:
• Sluit een aardleiding van koperdraad met een diameter van ten minste 10 mm² aan op
de klemmenstrook voor de AC-kabel.
• Sluit een extra aarding aan met dezelfde diameter als de op de klemmenstrook voor de
AC-kabel aangesloten aardleiding (zie hoofdstuk 6.3.3 "Extra aarding aansluiten",
pagina 30). Zo wordt voorkomen dat er contactstroom optreedt als de aardleiding op
de klemmenstrook voor de AC-kabel kapot gaat.
Aansluiting van een aanvullende aarding
In sommige landen is principieel een aanvullende aarding vereist. Neem in elk geval de ter
plaatse geldende voorschriften in acht.
• Als een aanvullende aarding is vereist, sluit dan een aanvullende aarding aan met ten
minste dezelfde diameter als de op de klemmenstrook voor de AC-kabel aangesloten
aardleiding (zie hoofdstuk 6.3.3, pagina 30). Zo wordt voorkomen dat er
contactstroom optreedt als de aardleiding op de klemmenstrook voor de AC-kabel kapot
gaat.
6.3.2
Omvormer op het openbare stroomnet aansluiten
Voorwaarden:
☐ De aansluitvoorwaarden van de netwerkexploitant moeten worden aangehouden.
☐ De netspanning moet binnen het toegestane bereik liggen. Het precieze werkbereik van de
omvormer is in de bedrijfsparameters vastgelegd.
Werkwijze:
1. Schakel de leidingbeveiligingsschakelaar van alle 3 de fasen uit en beveilig hem tegen
opnieuw inschakelen.
2. Als de onderste behuizingsdeksel is gemonteerd, schroef dan alle schroeven van de onderste
behuizingsdeksel met een inbussleutel (SW 3) los, trek de behuizingsdeksel aan de onderkant
naar voren en verwijder de deksel.
3. Verwijder het plakband van de behuizingsopening voor de AC-kabel.
28
STP15-25TL-30-BE-nl-13
SMA Solar Technology AG
Bedieningshandleiding