Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Koelmiddelleiding Controleren: Algemene Richtlijnen; Koelmiddelleiding Controleren: Opstelling; Lektest Uitvoeren; Vacuümdrogen - Daikin RXYSQ4T8VB Series Uitgebreide Handleiding Voor De Installateur En De Gebruiker

Verberg thumbnails Zie ook voor RXYSQ4T8VB Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Lektest en vacuümdrogen
De koelmiddelleiding controleren betekent:
▪ De koelmiddelleiding controleren op lekken.
▪ Alle vocht, lucht of stikstof uit de koelmiddelleiding verwijderen
door middel van vacumeren.
Als de koelmiddelleiding vocht kan bevatten (bijvoorbeeld water in
de leiding), moet u eerst vacuümdrogen zoals hieronder beschreven
tot alle vocht is verwijderd.
Alle leidingen in de unit zijn in de fabriek op lekken getest.
Alleen lokaal geïnstalleerde leidingen moeten worden gecontroleerd.
Zorg ervoor dat alle afsluiters van de buitenunit goed gesloten zijn
alvorens een lektest uit te voeren of te vacuümdrogen.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de kleppen van alle (lokaal voorziene)
lokale leidingen OPEN staan (behalve de afsluiters van de
buitenunit!) voordat u begint met de lektest of het
vacuümdrogen.
Zie
"6.5.3  Koelmiddelleiding controleren: Opstelling"  op pagina  23
voor meer informatie over de stand van de kleppen.
6.5.2
Koelmiddelleiding controleren: Algemene
richtlijnen
Sluit de vacuümpomp via een verdeelstuk aan op de servicepoort
van
alle
afsluiters
voor
"6.5.3 Koelmiddelleiding controleren: Opstelling" op
OPMERKING
Gebruik een 2-trapsvacuümpomp met een terugslagklep of
een elektromagnetische klep die tot een meterdruk van
–⁠ 1 00,7 kPa (−⁠ 1 ,007 bar) (5 Torr absoluut) kan evacueren.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de olie in de pomp niet in het systeem
terugstroomt wanneer de pomp niet draait.
OPMERKING
Ontlucht niet met koelmiddel. Gebruik een vacuümpomp
om de installatie te ontluchten.
6.5.3

Koelmiddelleiding controleren: Opstelling

p <
p >
A
B
g
f
a
d
C
N2
b
c
e
a
Reduceerklep
b
Stikstof
c
Weegschaal
d
Fles R410A-koelmiddel (hevelsysteem)
e
Vacuümpomp
f
Afsluiter vloeistofleiding
g
Afsluiter gasleiding
A
Klep A
B
Klep B
C
Klep C
Klep
Klep A
Klep B
Klep C
Afsluiter vloeistofleiding
Afsluiter gasleiding
RXYSQ4~6T8V/YB
VRV IV-S-systeem airconditioner
4P482277-1A – 2019.09
een
grotere
efficiëntie
(zie
pagina 23).
Stand van de klep
Open
Open
Open
Gesloten
Gesloten
OPMERKING
De aansluitingen op de binnenunits en alle binnenunits
moeten ook worden getest op lekken en op vacuüm. Houd
eventuele (lokaal voorziene) kleppen van lokale leidingen
ook open.
Zie de montagehandleiding van de binnenunit voor meer
informatie. Lektesten en vacuümdrogen moeten worden
uitgevoerd voordat de voeding van de unit wordt
ingeschakeld. Zie anders het eerder in dit hoofdstuk
beschreven stroomschema (zie
van de koelmiddelleidingen" op
6.5.4

Lektest uitvoeren

De lektest moet in overeenstemming zijn met EN378‑2.
Op lekken controleren: Vacuümlektest
1 Vacumeer het systeem aan de vloeistof- en gasleiding
gedurende meer dan 2 uur tot –⁠ 1 00,7 kPa (–⁠ 1 ,007 bar) (5 Torr
absoluut).
2 Schakel de vacuümpomp uit zodra de waarde is bereikt en
controleer of de druk minstens 1 minuut niet stijgt.
3 Als de druk stijgt, dan bestaat de mogelijk dat in het systeem
vocht aanwezig is (zie vacuüm drogen onder) of dat het
systeem een lekkage heeft.
Op lekken controleren: Druklektest
1 Breek het vacuüm door het onder druk te brengen met
stikstofgas tot een minimum meterdruk van 0,2  MPa (2  bar).
Stel de meterdruk nooit in op een waarde die groter is dan de
maximum bedrijfsdruk van de unit, d.w.z. 4,0 MPa (40 bar).
2 Test
op
lekken
met
leidingverbindingen.
3 Verwijder alle stikstofgas.
OPMERKING
Gebruik een aanbevolen bellentestoplossing van bij uw
groothandelaar. Gebruik geen zeepwater want hierdoor
kunnen de flaremoeren breken (zeepwater kan immers
zout bevatten en zout absorbeert vocht dat kan bevriezen
als de leidingen afkoelen), en bovendien kunnen de
flareverbindingen erdoor gaan corroderen (want zeepwater
kan ammonia bevatten dat zorgt voor een corrosief effect
tussen de messing flaremoer en de koperen flare).
6.5.5
Vacuümdrogen
OPMERKING
De aansluitingen op de binnenunits en alle binnenunits
moeten ook worden getest op lekken en op vacuüm. Laat
ook, indien aanwezig, alle (lokaal voorzien) kleppen naar
de binnenunits open.
Lektesten en vacuümdrogen moeten worden uitgevoerd
voordat de voeding van de unit wordt ingeschakeld. Zie
anders
"6.5.1 
Over
koelmiddelleidingen" op pagina 22
Ga als volgt te werk om al het vocht uit het systeem te verwijderen:
1 Vacumeer het systeem minstens 2 uur tot een streefwaarde
van –⁠ 1 00,7 kPa (–⁠ ⁠ 1 ,007 bar) (5 Torr absoluut).
2 Controleer of de streefwaarde van het vacuüm minstens 1 uur
behouden blijft nadat de vacuümpomp is uitgeschakeld.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
6 Installatie
"6.5.1 Over het controleren
pagina 22).
een
bellentestoplossing
op
het
controleren
van
voor meer informatie.
alle
de
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave