Opnamemodi
Mijn camera >
Programmaverschuiving
Met de functie Programmaverschuiving kunt u de sluitertijd of
diafragmawaarde aanpassen terwijl de camera dezelfde belichtingswaarde
behoudt. Als u instelwieltje 1 of instelwieltje 2 naar links draait, wordt
de sluitertijd korter en de diafragmawaarde groter. Als u instelwieltje
1 of instelwieltje 2 naar rechts draait, wordt de sluitertijd langer en de
diafragmawaarde kleiner.
Richting
Aanpasbaar item
De sluitertijd wordt korter en de diafragmawaarde wordt
groter.
De sluitertijd wordt langer en de diafragmawaarde wordt
kleiner.
U kunt ook andere functies instellen voor instelwieltje 1 en 2. (p. 177)
Minimale sluitertijd
Instellen dat de sluitertijd niet korter is dan de geselecteerde sluitertijd. Als er
echter geen optimale belichtingswaarde kan worden behaald omdat voor de
ISO-waarde de maximale ISO-waarde is bereikt die is ingesteld met Auto ISO
bereik, kan de sluitertijd korter zijn dan de geselecteerde minimale sluitertijd.
Minimale sluitertijd
In de opnamemodus drukt u op [m]
instellen:
Minimale sluitertijd
•
Als u Auto (link naar brandpuntafstand) selecteert, stelt de camera automatisch
een minimale sluitertijd in op basis van de brandpuntsafstand van de lens. Blader
naar Auto (link naar brandpuntafstand) en druk op [F] om de minimale
sluitertijd te verlagen of te verhogen.
•
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de ISO-waarde is ingesteld op Auto.
•
Deze functie is alleen beschikbaar in de Programma- of Diafragmaprioriteitmodus.
b
een optie.
63