Fotografie-concepten en conventies
Flitser
Licht is een van de belangrijkste elementen in fotografie. U beschikt echter
niet in alle situaties over voldoende licht. Met een flitser kunt u het gebrek aan
licht compenseren en diverse effecten bereiken.
De flitser, ook wel een stroboscoop genoemd, zorgt voor de juiste belichting
in situaties met weinig licht. Het is ook handig in situaties waarin juist erg
veel licht aanwezig is. U kunt de flitser bijvoorbeeld gebruiken voor licht
wanneer een onderwerp zich in de schaduw bevindt of deze gebruiken om
het onderwerp en de achtergrond beide duidelijk vast te leggen in situaties
met tegenlicht.
Onderwerpen met tegenlicht zonder flitser
Onderwerpen met tegenlicht met flitser
Richtgetal van flitser
Het modelnummer van een flitser verwijst naar de kracht van de flitser en de
maximale lichtopbrengst wordt aangegeven met een waarde die 'richtgetal'
wordt genoemd. Een flitser met een hoger richtgetal levert meer licht dan
een flitser met een lager richtgetal. Het richtgetal wordt berekend door
de afstand van de flitser tot het onderwerp te vermenigvuldigen met de
diafragmawaarde wanneer de ISO-waarde is ingesteld op 100.
Richtgetal = afstand van flitser tot onderwerp X diafragmawaarde
Diafragmawaarde = richtgetal/afstand van flitser tot onderwerp
Afstand van flitser tot onderwerp = richtgetal/diafragmawaarde
Als u weet wat het richtgetal van de flitser is, kunt u de juiste afstand tussen
de flitser en het onderwerp schatten wanneer u de flitser handmatig instelt.
Als een flitser bijvoorbeeld het richtgetal 20 heeft en de afstand tot het
onderwerp 4 meter is, is de optimale diafragmawaarde F5.0.
26