Fotografie-concepten en conventies
Hoe diafragma, sluitertijd en ISO-waarde de
belichting beïnvloeden
Diafragma, sluitertijd en ISO-waarde hangen in de fotografie nauw met
elkaar samen. De diafragma-instelling regelt de formaat van de lensopening
waardoor het licht de camera binnenvalt, terwijl de sluitertijd bepaalt hoe
lang dat licht naar binnen mag vallen. De ISO-waarde bepaalt de snelheid
waarmee de film op licht reageert. Samen bepalen deze drie elementen de
belichting van een foto.
Een aanpassing van de sluitertijd, de diafragmawaarde of de ISO-waarde
kan met een aanpassing van de andere worden gecompenseerd, zodat de
belichting gelijk blijft. De resultaten in het beeld verschillen echter, afhankelijk
van de gekozen instellingen. De sluitertijd is bijvoorbeeld het element
waarmee beweging in het beeld wordt geregeld, het diafragma regelt de
scherptediepte en met de ISO-waarde kan de hoeveelheid korrel in een foto
worden veranderd.
Instellingen
Wijd diafragma
= meer licht
Diafragmawaarde
Smal diafragma
= minder licht
Resultaat
Groot = kleine scherptediepte
Klein = grote scherptediepte
Instellingen
Hoge snelheid
= minder licht
Sluitertijd
Lage snelheid
= meer licht
Hoge ISO-waarde
= gevoeliger voor
licht
ISO-waarde
Lage ISO-waarde
= minder gevoelig
voor licht
Resultaat
Kort = stil
Lang = vaag
Hoog = korreliger
Laag = minder korrelig
20