(A)
(B)
250 mm MAX
(C)
WERKINGSVELD (A)
Het vermogen van de brander in werking vari-
eert tussen:
• een MAXIMUM VERMOGEN, gekozen in
• en een MINIMUM VERMOGEN, dat niet lager
RS 160/M BLU
D1717
PROEFKETEL (B)
De werkingsvelden zijn het resultaat van testen
met speciale proefketels, volgens norm EN 676.
In figuur (B) zijn de diameter en de lengte van
de testverbrandingskamer aangegeven.
Voorbeeld:
Vermogen 650 Mcal/h:
diameter = 60 cm; lengte = 2 m.
COMMERCIËLE KETELS (C) - BELANGRIJK
De brander RS 160/M BLU is geschikt voor wer-
king op zowel vlaminversieketels (*) als op
ketels met een verbrandingskamer met afvoer
langs onder (drie rookgaspassages) die goede
resultaten inzake lage NO
De maximum dikte van het voorste deurtje van
de ketel mag niet hoger zijn dan 250 mm (zie
fig. C).
D715
De combinatie wordt gegarandeerd wanneer de
ketel een EG-homologatie heeft; voor ketels of
ovens met verbrandingskamers waarvan de
afmetingen sterk verschillen van diegenen die
worden aangeduid op het diagram (B) worden
voorafgaande controles aanbevolen.
(*) Voor vlaminversieketels is er een kit te verkrij-
D1079
7
zone A.
mag zijn dan de minimum limiet van het
diagram:
= 300 kW
Let op
Het WERKINGSVELD is berekend bij
een omgevingstemperatuur van 20 °C,
een luchtdruk van 1000 mbar (onge-
veer 100 m boven de zeespiegel) en
met de branderkop afgesteld zoals
aangegeven op pagina 10.
-uitstoot hebben.
x
gen om, zo nodig, de CO te verlagen.
De kit bestaat uit 5 gasbuisjes, identiek aan
diegenen die al aanwezig zijn in de brander-
kop. In standaard condities is de branderkop
voorzien van een tweede groep buisjes waar-
uit het gas stroomt met een andere richting
ten opzichte van de vorige. De tweede kit met
groep buisjes wordt vervangen door deze kit
zodat alle buisjes uiteindelijk dezelfde zijn.
Na de montage van de kit moet de doeltref-
fendheid gecontroleerd worden door de rook
en de CO te meten.