Inhoudsopgave
Advertenties
2
Als de Werkset of het HP Inkjet hulpprogramma niet zijn geïnstalleerd, drukt u
een configuratiepagina af om te controleren wat de printerinstellingen voor
afdrukmateriaal bij rechtstreeks afdrukken zijn. Deze informatie bevestigt of u al
of niet afdrukmateriaal van het juiste formaat en de juiste soort laadt alvorens af
te drukken. Zie Diagnostische pagina en configuratiepagina afdrukken.
3
4
Als u de rand met gaatjes niet eerst in de printer schuift, kan de CF-kaart, de
printer of beide worden beschadigd.
5
Verwijder de CF-kaart niet totdat de afdruktaak is voltooid. Anders wordt de
afdruktaak geannuleerd.
NLWW
Voor Windows opent u de Werkset als die is geïnstalleerd, en klikt u op het
tabblad Printervoorkeuren. Klik op Afdrukinstellingen configureren en
geef vervolgens de papiersoort, het papierformaat en de afdrukkwaliteit op
in het dialoogvenster.
Op een Macintosh-computer opent u het HP Inkjet hulpprogramma en klikt
u op Configureer printerinstellingen.
Zet de printer aan.
Plaats de CF-kaart met het DPOF-bestand in de CF-kaartsleuf van de
printer. De voorzijde van de kaart moet naar u toe zijn gericht en de rand
met gaatjes moet het eerst in de printer schuiven.
Het doorgaan-lichtje knippert na enkele seconden als er een DPOF-
bestand op de kaart staat.
Druk op de
Doorgaan-knop
automatisch het DPOF-bestand op de CF-kaart en drukt de foto's af
volgens de door u in het bestand opgegeven specificaties.
-of-
Druk op de
Annuleer-knop
afdrukken. Als uw computer via een USB- of parallelle kabel op de printer
is aangesloten, verschijnt de CF-kaart als een schijfstation in Windows
Explorer. U kunt uw foto's dan openen en afdrukken met de
softwaretoepassing van uw keuze.
om de foto's af te drukken. De printer herkent
als u niet rechtstreeks vanuit de CF-kaart wilt
4-7
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
