PROBLEEMOPLOSSING
ALLE
Foutbeschrijving:
APPARATEN
Probleemoplossing: 1.
ALLE
Foutbeschrijving:
APPARATEN
Probleemoplossing: 1.
ALLE
Foutbeschrijving:
APPARATEN
Probleemoplossing: 1.
A-SCAN
Foutbeschrijving:
Probleemoplossing: 1.
B-SCAN / UBM
Foutbeschrijving:
Probleemoplossing: 1.
Software geeft een n-fout weer waarvoor een testsleutel moet worden ingevoerd.
Neem contact op met DGH Technology Inc. om een nieuwe sondesleutel aan te vragen.
Bij het starten van de software wordt een bericht weergegeven dat het geen verbinding kan
maken met de database of worden er fouten weergegeven bij het opslaan van records.
Controleer of de locatie (computernaam) en het wachtwoord voor de databaseserver juist zijn.
2. Als u via het netwerk verbinding maakt met een database, controleert u of de computer
waarop de database wordt gehost
is ingeschakeld en dat alle netwerkkabels zijn aangesloten. Controleer of de firewall op de
databasehostcomputer is geconfigureerd om toegang tot SQL Server toe te staan.
3. Controleer of beide computers zich in dezelfde Workgroup of Domain bevinden.
4. Zorg ervoor dat de SQL Server-service wordt uitgevoerd. Start Taakbeheer op de computer
die als host fungeert voor de database, navigeer naar SERVICES en zoek de SQL SERVER
(DGHSERVER)-service. Als het is gestopt, klikt u met de rechtermuisknop en selecteert u
START.
Software geeft het bericht 'No A-Scan / B-Scan Attached' weer.
Controleer of de USB-kabel correct en stevig is aangesloten op het apparaat en de USB-poort
van de pc.
Als de kabel niet stevig in een USB-poort kan worden gehouden, moet een andere poort
worden gebruikt.
2. Controleer of de sondekabels correct en stevig zijn aangesloten op de interfacemodule.
Tijdens het meten wordt de A-scanvideo afgespeeld, maar de meting wordt niet gestart.
Controleer of de juiste meetmodus (onderdompeling/ contact) en oogtype zijn geselecteerd.
2. Bij het uitvoeren van een contactmeting kan het nodig zijn om de compressiegevoeligheid
(COMP) aan te passen. Een lagere COMP-waarde zorgt voor een eenvoudigere meting.
3. Als u een immersiemeting uitvoert, controleert u of de transducer volledig in de Prager Shell is
geplaatst.
B-Scan / UBM-afbeelding ziet er korrelig uit tijdens een scan, toonteen verminderd contrast
tussen structuren of geefts lijnen weer die uitstralen vanaf de smalle kant van het beeld.
Controleer of het apparaat rechtstreeks op de computer is aangesloten (geen USB-
verlengkabel in gebruik).
2. Controleer of de USB-kabel correct en stevig is aangesloten op het apparaat en de USB-poort
van de pc.
Als de kabel niet stevig in een USB-poort kan worden gehouden, moet een andere poort
worden gebruikt.
3. Controleer of er geen emitters van krachtige elektromagnetische storingen in de buurt zijn
(d.w.z. HF-chirurgische apparatuur, MRI-machines, enz.)
75
SCANMATE-INS-OMDUT Rev: 1