Het polystyreen referentieblok is gevoelig voor temperatuur. Het blok moet worden gestabiliseerd op 72
±10
7.
Als een foutieve aflezing wordt verkregen, controleer dan of deze foutcondities niet aanwezig zijn en
herhaal de metingen op het referentieblok.
8.
Als de metingen van het referentieblok buiten de hierboven vermelde limieten vallen, is het mogelijk dat het
apparaat defect is en moet worden gerepareerd. Contact DGH Technology, Inc.
9.
Indien gewenst kunnen de resultaten van de kalibratiecontrole worden opgeslagen in het patiëntendossier
"Testblok ".
B-SCAN SONDE INSPECTIE
De B-Scan sondebehuizing moet routinematig worden geïnspecteerd op scheuren, splijting, deuken,
scherpe randen, projecties, vervorming en andere vormen van schade. B-Scan sondes moeten ook worden
geïnspecteerd op lekken van de interne transmissievloeistof. Speciale aandacht moet worden besteed aan
de sondepunt die contact maakt met het oog van de patiënt, zodat het oppervlak glad is en zonder
scheuren, deuken of vlekken.
UBM SONDE EN
De UBM-sondebehuizing moet routinematig worden geïnspecteerd op scheuren, splitsingen, deuken,
TRANSDUCERS INSPECTIE
scherpe randen, projecties, vervorming en andere vormen van schade. Speciale aandacht moet worden
besteed aan het controleren op schade / vervorming die water kan binnendringen.
De zwarte o-ringafdichtingen tussen de transducer en de sonde moeten worden gecontroleerd op schade
waardoor water kan binnendringen. Als de o-ring beschadigd is, kan deze worden vervangen door de door
de fabrikant geleverde vervangers.
APPARAATKABELS
Alle apparaatkabels (sondekabels, netsnoeren, USB-kabels, enz.) moeten routinematig worden
INSPECTIE
geïnspecteerd op bochten, snijwonden, schaafwonden en andere vormen van schade. Koordconnectoren
moeten worden geïnspecteerd op scheuren, schaafwonden, vervorming, beschadigde / gebogen pinnen,
enz.
o
F voordat de metingen worden verricht.
73
SCANMATE-INS-OMDUT Rev: 1
o
F