A-SCAN METING, UITLIJNINGSRANGSCHIKKING EN COMPRESSIEVERGRENDELING
CONTACT EN
A-scans kunnen worden uitgevoerd in zowel onderdompelings- als contactconfiguratie. Raadpleeg de
ONDERDOMPELING
PERFORMING CONTACT A-SCANS en HET UITVOEREN VAN ONDERDOMPELING A-SCANS secties.
A-SCAN
Immersiemeting biedt verschillende voordelen ten opzichte van contactmeting. Het uitvoeren van
onderdompelingsmeting verlicht de compressie van het hoornvlies (wat kan resulteren in een verkorting van de
axiale lengtemeting). Onderdompelingsmeting maakt het meestalgemakkelijker om de as van het oog te laten
ligeren, omdat de onderdompelingsschaal een groter contactgebied met het oog biedt.
Contactmetingen kunnen gebruikmaken van een compressievergrendelingsfunctie van de Scanmate-software.
CONTACT
Als u een contactmeting uitvoert, kan compressievergrendeling worden ingeschakeld. Compressievergrendeling
COMPRESSIE
wordt ingeschakeld door de schuifregelaar COMP aan te passen op een waarde groter dan 0.
VERGRENDELING
Deze functie beperkt metingen die kenmerken van hoornvliescompressie vertonen. Een hogere COMP-waarde
zal grotere compressiebeperkingen opleggen.
AUTOMATISCHE
Zowel onderdompelings- als contactconfiguraties kunnen gebruikmaken van de automatische meetmodus of de
EN HANDMATIGE
handmatige meetmodus.
METING
Tijdens de automatische meetmodus worden metingen automatisch ingevoerd in een meetgroep wanneer
uitlijning wordt gedetecteerd. Het gebruik van de automatische meetmodus wordt aanbevolen tijdens het
scannen.
Tijdens de handmatige meetmodus worden metingen handmatig door de gebruiker in meetgroepen ingevoerd.
AUTOMATISCHE
Automatische meetmodus maakt gebruik van een uitlijningsdetectiealgoritme en stelt de gebruiker in staat zich
METING EN
te concentreren op contact met het oog. Het uitlijningsdetectiealgoritme zoekt naar een patroon van
UITLIJNING
reflectiepieken en een retinale piek om de uitlijning te bepalen.
RANGSCHIKKING
Golfvormen die kenmerken van uitlijning vertonen, krijgen een rang van 1, 2 of 3 sterren (3-sterren is de beste)
en de meting wordt berekend. Naarmate metingen een meetgroep binnenkomen, zullen degenen die een 3-
sterrenrang krijgen, die in de groep vervangen door een lagere rangschikking. Als 3-sterrenuitlijning niet wordt
bereikt binnen de uitlijning T-imeout-periode, wordt een bericht weergegeven en wordt de uitlijningsbeperking
verlaagd.
MEASUREMNT
Metingen komen in groep 8 in de Meetbank. De software kan worden geconfigureerd om maximaal 3
BANK EN
meetgroepen mogelijk te maken.
METING
GROEPEN
De meting blijft in de meetgroep totdat alle metingen in de groep binnen de
standaarddeviatievergrendelingsdrempels vallen. Standaarddeviatievereisten kunnen worden bekeken en
aangepast door VOORKEUREN → DOCTOR te selecteren. Raadpleeg de rubriek DOKTERSVOORKEUREN :
ALGEMEEN.
De meting wordt tijdelijk gepauzeerd wanneer een groep is voltooid, waardoor de sonde kan worden verplaatst
en opnieuw kan worden aangebracht.
Zodra de vereiste meetgroepen zijn bereikt, wordt de meting automatisch gestopt. De boekingen in de bank
worden gebruikt om meetgemiddeldenen standaarddeviaties te berekenen.
HANDMATIGE
Handmatige meetmodus vereist dat de gebruiker kiest welke
METING
metingen de meetbank binnenkomen. De scan gaat door totdat de
operator stopt of de videobuffer vol is (maximaal 1024 frames).
Tijdens het scannen worden de metingen geregistreerd wanneer
de gebruiker op enter (op het toetsenbord) of het
rechtervoetpedaal (accessoire) drukt.
Metingen kunnen ook handmatig worden ingevoerd nadat het
scannen is voltooid. Gebruik de toetsen ← en → (op het
toetsenbord) of verplaats de schuifregelaar (onder de
videoweergave) om frame voor frame door de video te gaan. De
meetwaarden worden weergegeven in de rechterbovenhoek van
het videoscherm.
De operator kan ook de meetpunten langs de golfvorm wijzigen (waardoor de manier waarop de meting wordt
bepaald) verandert). Tijdens de handmatige meetmodus wordt een groene lijn met rode cursors over de
golfvorm weergegeven. Versterkingsregelaars zijn ook ingeschakeld. Het meetniveau (horizontale groene lijn)
en meetpunten (rode pijlen) kunnen in de handmatige modus worden aangepast. Klik en houd de linkermuisknop
ingedrukt om de lijn omhoog/omlaag of de pijlen naar links/rechts te schuiven
Als u het meetniveau of de pijlen verplaatst, worden de meetwaarden gewijzigd (weergegeven in de
rechterbovenhoek). De resulterende waarden kunnen vervolgens handmatig in de meetbank worden ingevoerd
door met de rechtermuisknop te klikken en 'Insert Measurement' te selecteren.
Om een meting van de bank te verwijderen, klikt u met de rechtermuisknop op de gewenste meting en
selecteert u ' Measurement verwijderen'. Hiermee wordt de vermelding van de bank verwijderd.
32
SCANMATE-INS-OMDUT Rev: 1