SYMBOOLDEFINITIES
ALGEMEEN
WAARSCHUWINGSBORD
[2] REF NR. W001
TYPE B
TOEGEPAST
ONDERDEEL
[3] REF NR. 5840.
TYPE BF
TOEGEPAST
ONDERDEEL
[3] REF.NR. 5333.
UITRUSTING VAN
KLASSE II
[3] REF NR. 5172.
RAADPLEEG DE
INSTRUCTIES
VOOR GEBRUIK
[1] REF NR. 1641.
CATALOGUSNUMMER
[1] REF NR. 2493.
SERIENUMMER
[1] REF.NR. 2498.
FABRIKANT
[1] REF NR. 3082.
LUCHTDRUK
BEPERKING
[1] REF NR. 2621.
VOCHTIGHEID
BEPERKING
[1] REF NR. 2620.
TEMPERATUUR
BEPERKING
[1] REF NR. 0632.
AAN (VOEDING)
[3] REF NR. 5007.
UIT (VERMOGEN)
[1] REF NR. 5008.
STANDBY
[3] REF NR. 5009.
BATTERIJ CHECK
INDICATOR
BATTERIJ LAAD
INDICATOR
ACTIEVE
OPLAADINDICATOR
USB-POORT
Geeft aan dat de gebruiker de gebruiksaanwijzing moet raadplegen voor
belangrijke waarschuwingsinformatie zoals waarschuwingen en
voorzorgsmaatregelen die niet op het medische hulpmiddel zelf kunnen worden
weergegeven.
Dit symbool geeft de mate van bescherming aan (Type B Applied Part) tegen
elektrische schokken. Dit symbool bevindt zich op het eenheidslabel.
Dit symbool geeft de mate van bescherming (Type BF Applied Part) tegen
elektrische schokken aan. Dit symbool bevindt zich op het eenheidslabel.
Dit symbool geeft aan dat het apparaat een IEC Protection Class II (dubbel
geïsoleerd) apparaat is.
Geeft aan dat de gebruiker de gebruiksaanwijzing moet raadplegen.
Geeft het catalogusnummer van het hulpmiddel aan, zodat het model van het
medische hulpmiddel kan worden geïdentificeerd.
Geeft het serienummer van de fabrikant aan, zodat een specifiek medisch
hulpmiddel kan worden geïdentificeerd.
Identificeert de fabrikant van het apparaat. Naast het symbool staat de naam en
het adres van de fabrikant.
Geeft het bereik van de atmosferische druk aan waaraan het medische hulpmiddel
veilig kan worden blootgesteld.
Geeft het vochtigheidsbereik aan waaraan het medische hulpmiddel veilig kan
worden blootgesteld.
Geeft de temperatuurlimieten aan waaraan het medische hulpmiddel veilig kan
worden blootgesteld.
Geeft de aan/uit-positie voor de schakelaar aan.
Geeft de uitschakelpositie voor de schakelaar aan.
Geeft de stand-bystatus van het apparaat aan (apparaat ingeschakeld).
Geeft de knop aan die is ingedrukt om de batterijlaadstatus van het apparaat te
controleren.
Geeft aan hoeveel batterijlading er nog over is.
Geeft aan dat de batterij wordt opgeladen.
Geeft een USB-verbindingspoort aan.
6
SCANMATE-INS-OMDUT Rev: 1