Inbedrijfstelling | Assen configureren
7.6.5
Assen configureren voor meetsystemen met TTL-interface
Het instellen verloopt bij alle assen op dezelfde wijze. Hieronder wordt
de procedure als voorbeeld voor een as beschreven.
HEIDENHAIN | GAGE-CHEK 2000 | Bedieningshandleiding | 06/2021
In het hoofdmenu op Instellingen tikken
Op Assen tikken
Op de asnaam of eventueel op Niet gedef. tikken
Eventueel in de drop-downlijst Asnaam de asnaam voor de as
selecteren
Op Encoder tikken
In de drop-downlijst Meetsysteemingang de aansluiting
instellen voor het betreffende meetsysteem:
X21
X22
X23
In de drop-downlijst Meetgereedschap type het type
meetsysteem selecteren:
Lengtemeetsysteem: lineaire as
Hoekmeetsysteem: roterende as
Hoekmeet- als lengtemeetsysteem: roterende as wordt
weergegeven als lineaire as
Afhankelijk van de selectie verdere parameters invoeren:
Bij Lengtemeetsysteem de Signaalperiode invoeren
(zie " Lengtemeetsystemen", Pagina 85)
Bij Hoekmeetsysteem het Uitgangssignalen per
omwenteling invoeren (zie "Hoekmeetsystemen",
Pagina 87) of in het leerproces bepalen (zie "Uitgangs-
signalen per omwenteling bepalen", Pagina 95)
Bij Hoekmeet- als lengtemeetsysteem de Uitgangs-
signalen per omwenteling en de Mechanische
overzetting invoeren
Ingevoerde gegevens telkens met RET bevestigen
Bij Hoekmeetsysteem eventueel de Weergavemodus
selecteren
Op Referentiemerken tikken
In de drop-downlijst Referentiemerk het referentiemerk
selecteren:
Geen: geen referentiemerk aanwezig
Een: het meetsysteem beschikt over één referentiemerk
Gecodeerd: het meetsysteem beschikt over afstandsge-
codeerde referentiemerken
Inverse gecodeerd: meetsysteem beschikt over invers
gecodeerde referentiemerken
Indien het lengtemeetsysteem beschikt over gecodeerde
referentiemerken, de Max. verplaatsing invoeren (zie "
Lengtemeetsystemen", Pagina 85)
7
93