Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Overzicht; Meting Uitvoeren; Meting Voorbereiden; Omgevingsinvloeden Verminderen - HEIDENHAIN GAGE-CHEK 2000 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GAGE-CHEK 2000:
Inhoudsopgave

Advertenties

9
9.1

Overzicht

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u een meting voorbereidt en uitvoert.
Bovendien leert u hoe u meetwaarden naar een computer kunt verzenden.
Hoe de meetpunten worden opgenomen en de assen worden gepositioneerd,
hangt het af van de desbetreffende machine waarop de GAGE-CHEK 2000 wordt
gebruikt. Hieronder vindt u een algemene beschrijving.
Korte omschrijving
Het menu Meting geeft informatie over de gemeten of getaste positiewaarden
van een of meerdere assen. Hiermee kunt u lengten en hoeken eenvoudig meten.
De functie MinMax ondersteunt u bij de registratie van minimum, maximum en
spanwijdte. De meetwaarden kunt u handmatig of automatisch naar een computer
verzenden. Voor de uitvoer van meetwaarden beschikt u over diverse functies.
Met de functie D/R kunt u in de digitale uitlezing tussen radius en diameter
omschakelen. Met de functie Relat. kunt u onafhankelijk van het geselecteerde
referentiepunt meten.
9.2

Meting uitvoeren

9.2.1

Meting voorbereiden

Meetobject en meetmachine reinigen
Verontreinigingen, bijv. door spanen, stof en olieresten, leiden tot onjuiste
meetresultaten. Meetobject, meetobject-opname en sensor moeten vóór het
begin van de meting schoon zijn.
Meetobject, meetobjectopname en sensoren met geschikte reinigingsmiddelen
reinigen
Meetobject op temperatuur brengen
Meetobjecten moeten lang genoeg op de meetmachine blijven om de
meetobjecten zich te laten aanpassen aan de omgevingstemperatuur. Vanwege de
afmetingsverschillen van de meetobjecten bij temperatuurschommelingen moeten
de meetobjecten op temperatuur kunnen komen.
Op die manier krijgt u een zinvolle meting. Meestal bedraagt de
referentietemperatuur 20 °C.
Geef meetobjecten voldoende tijd om op temperatuur te komen

Omgevingsinvloeden verminderen

Omgevingsinvloeden zoals bijv. straling van licht, een trillende vloer of
luchtvochtigheid kunnen de meetmachine, de sensoren of de meetobjecten
beïnvloeden. Hierdoor kan het meetresultaat onbetrouwbaar worden. Bij bepaalde
invloeden, zoals straling van licht, wordt ook de meetonzekerheid negatief
beïnvloed.
Omgevingsinvloeden onderdrukken of voorkomen
164
U dient het hoofdstuk "Algemene bediening" te lezen en te begrijpen
voordat de onderstaande handelingen kunnen worden uitgevoerd..
"Algemene bediening", Pagina 51
Verdere informatie:
HEIDENHAIN | GAGE-CHEK 2000 | Bedieningshandleiding | 06/2021
Meting | Overzicht

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave