7
7.6.3
Assen configureren voor meetsystemen met EnDat-interface
Wanneer aan een as al de desbetreffende ingang is toegewezen, wordt een
aangesloten meetsysteem met EnDat-interface bij het opnieuw opstarten
automatisch herkend en worden de instellingen aangepast. U kunt ook de
meetsysteem-ingang toewijzen nadat u het meetsysteem hebt aangesloten.
Voorwaarde:
aangesloten.
88
een meetsysteem met EnDat-interface is op het apparaat
Het instellen verloopt bij alle assen op dezelfde wijze. Hieronder wordt
de procedure als voorbeeld voor een as beschreven.
In het hoofdmenu op Instellingen tikken
Op Assen tikken
Op de asnaam of eventueel op Niet gedef. tikken
Eventueel in de drop-downlijst Asnaam de asnaam voor de as
selecteren
Op Encoder tikken
In de drop-downlijst Meetsysteemingang de aansluiting
instellen voor het betreffende meetsysteem:
X1
X2
X3
De beschikbare meetsysteemgegevens worden naar het
apparaat verzonden
De instellingen worden geactualiseerd
In de drop-downlijst Meetgereedschap type het type
meetsysteem selecteren:
Lengtemeetsysteem
Hoekmeetsysteem
Hoekmeet- als lengtemeetsysteem
Bij selectie Hoekmeet- als lengtemeetsysteem de
Mechanische overzetting invoeren
Bij selectie Hoekmeetsysteem de Weergavemodus
selecteren
Op Referentiepuntverschuiving tikken
Referentiepuntverschuiving (offset-berekening tussen
referentiemerk en machinenulpunt) met de schuifschakelaar
ON/OFF activeren of deactiveren
Indien geactiveerd, de offset-waarde voor
Referentiepuntverschuiving invoeren
Invoer met RET bevestigen
of
Om de actuele positie als offset-waarde over te nemen,
in Huidige positie voor referentiepuntverschuiving op
Overnemen tikken
Inbedrijfstelling | Assen configureren
HEIDENHAIN | GAGE-CHEK 2000 | Bedieningshandleiding | 06/2021