7
7.6.1
Alias-toewijzing voor asnamen configureren
Afhankelijk van uw toepassing kunt u eigen asnamen toekennen. Aan de assen
C1, C2 en C3 kunt u nieuwe asnamen toewijzen. De asnaam is een getalwaarde
van twee cijfers, een lettercombinatie van twee tekens of een combinatie van een
cijfer en een letter.
Verdere informatie:
84
"Alias-toewijzing voor asnamen", Pagina 207
In het hoofdmenu op Instellingen tikken
Op Assen tikken
Op Algemene instellingen tikken
Op Alias-toewijzing voor asnamen tikken
In de invoervelden een naam invoeren
Instelbereik: 00 ... 99 en aA ... xX
De namen zijn beschikbaar in de asconfiguratie. Ze kunnen
aan de betreffende meetsysteemingang worden toegewezen
Om terug te gaan naar de vorige weergave, op Terug tikken
De gegevensindelingen
Standard
meetwaarden alleen wanneer de volgende asnamen zijn toegekend: X,
Y, Z, Q, R, D, L, W, A, C, f, Lx, Ly of Lz.
Waarden voor minimum, maximum en spanwijdte worden alleen voor
de asnamen X, Y, Z of Q overgedragen.
Als u eigen asnamen wilt ingeven en meetwaarden naar een computer
wilt overdragen, moet u bijvoorbeeld het
bestand met een andere indeling dat u hebt gemaakt, aanpassen met
de door u ingevoerde asnamen.
Verdere informatie:
"Eigen gegevensformaat maken", Pagina 153
Inbedrijfstelling | Assen configureren
en
Steinwald
verzenden
MyFormat1.xml
- of een
HEIDENHAIN | GAGE-CHEK 2000 | Bedieningshandleiding | 06/2021