7
7.6.4
Assen configureren voor meetsystemen met 1 V
interface
90
Het instellen verloopt bij alle assen op dezelfde wijze. Hieronder wordt
de procedure als voorbeeld voor een as beschreven.
In het hoofdmenu op Instellingen tikken
Op Assen tikken
Op de asnaam of eventueel op Niet gedef. tikken
Eventueel in de drop-downlijst Asnaam de asnaam voor de as
selecteren
Op Encoder tikken
In de drop-downlijst Meetsysteemingang de aansluiting
instellen voor het betreffende meetsysteem:
X1
X2
X3
In de drop-downlijst Incrementeel signaal het type
incrementeel signaal selecteren:
1 Vpp: sinusvormig spanningssignaal
11 µA: sinusvormig stroomsignaal
In de drop-downlijst Meetgereedschap type het type
meetsysteem selecteren:
Lengtemeetsysteem: lineaire as
Hoekmeetsysteem: roterende as
Hoekmeet- als lengtemeetsysteem: roterende as wordt
weergegeven als lineaire as
Afhankelijk van de selectie verdere parameters invoeren:
Bij Lengtemeetsysteem de Signaalperiode invoeren
(zie " Lengtemeetsystemen", Pagina 85)
Bij Hoekmeetsysteem het Aantal strepen invoeren (zie
"Hoekmeetsystemen", Pagina 87) of in het leerproces
bepalen (zie "Aantal strepen per omwenteling bepalen",
Pagina 92)
Bij Hoekmeet- als lengtemeetsysteem het Aantal
strepen en de Mechanische overzetting invoeren
Ingevoerde gegevens telkens met RET bevestigen
Bij Hoekmeetsysteem eventueel de Weergavemodus
selecteren
Op Referentiemerken tikken
In de drop-downlijst Referentiemerk het referentiemerk
selecteren:
Geen: geen referentiemerk aanwezig
Een: het meetsysteem beschikt over één referentiemerk
Gecodeerd: het meetsysteem beschikt over afstandsge-
codeerde referentiemerken
Inbedrijfstelling | Assen configureren
- of 11 µA
pp
HEIDENHAIN | GAGE-CHEK 2000 | Bedieningshandleiding | 06/2021
-
pp