nl Accessoires
Verlichting
Een of meerdere ovenlampen verlichten de binnenruim-
te.
Wanneer u de deur van het apparaat opent, gaat de
verlichting in de binnenruimte aan. Blijft de deur langer
dan 15 minuten open, dan gaat de verlichting weer uit.
Bij de meeste functies schakelt de verlichting in zodra
het gebruik wordt gestart. Als het gebruik wordt beëin-
digd, schakelt de verlichting uit.
Koelventilator
De koelventilator schakelt afhankelijk van de tempera-
tuur van het apparaat in en uit. De warme lucht ont-
snapt via de deur.
5 Accessoires
Gebruik alleen originele accessoires. Deze zijn op het
apparaat afgestemd.
Opmerking: Wanneer de accessoires heet worden,
kunnen deze vervormen. De vervorming heeft geen in-
vloed op de werking. De vervorming verdwijnt weer na-
dat de accessoires zijn afgekoeld.
De meegeleverde accessoires kunnen variëren, afhan-
kelijk van het type apparaat.
Accessoires
Rooster
Braadslede
5.1 Aanwijzingen bij het toebehoren
Sommig toebehoren is alleen voor bepaalde functies
geschikt.
Magnetrontoebehoren
Voor de zuivere magnetronfunctie is alleen het meege-
leverde rooster geschikt.
Platen, bijv. de universele braadslede of de bakplaat,
kunnen vonken vormen en zijn niet geschikt.
Neem de aanwijzingen m.b.t. de magnetron in acht.
→ "Vormen en accessoires met magnetron",
Pagina 15
5.2 Vergrendelingsfunctie
De vergrendelingsfunctie voorkomt dat de accessoires
kantelen wanneer ze worden uitgetrokken.
U kunt het accessoire tot ongeveer de helft uittrekken,
tot deze vastklikt. De kantelbeveiliging functioneert al-
leen wanneer u het accessoire op de juiste manier in
de binnenruimte schuift.
12
LET OP!
De ventilatiesleuven boven de deur van het apparaat
niet afdekken. Het apparaat raakt oververhit.
Ventilatiesleuven vrijhouden.
▶
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat het
apparaat na gebruik sneller afkoelt.
Apparaatdeur
Wanneer u de apparaatdeur opent tijdens het gebruik,
wordt de werking stopgezet. Sluit u de apparaatdeur,
dan wordt de werking niet automatisch voortgezet.
Wanneer u bij het gebruik van de magnetronfunctie de
apparaatdeur sluit, dient u de werking met
zetten.
Gebruik
¡ Bakvormen
¡ Ovenschalen
¡ Vormen
¡ Vlees, bijv. braad- of grillstukken
¡ Diepvriesgerechten
¡ Vochtig gebak
¡ Gebak
¡ Brood
¡ Grote braadstukken
¡ Diepvriesgerechten
¡ Afdruipende vloeistof opvangen, bijv vet
bij het grillen op het rooster.
5.3 Accessoire in de binnenruimte schuiven
Het accessoire altijd op de juiste manier in de binnen-
ruimte schuiven. Alleen zo kan het accessoire zonder
te kantelen tot ongeveer de helft worden uitgetrokken.
Het accessoire zo draaien, dat de pal
1.
achterkant bevindt en naar beneden wijst.
De accessoires altijd tussen de beide geleidestan-
2.
gen van een inschuifhoogte plaatsen.
Rooster
Plaat
De plaat met de afschuining gericht
bijv. braad-
naar de
slede of
schuiven.
bakplaat
Het accessoire volledig inschuiven, zodat deze de
3.
apparaatdeur niet raakt.
Opmerking: Haal de accessoires die u niet nodig hebt
bij het gebruik uit de binnenruimte.
voort te
zich aan de
ovendeur in de oven