Chapter
Hoofdstuk
2
Het bespelen van de piano
Toepassing van het nagalmeffect (Reverb)
Een piano klinkt naargelang de afmetingen van de ruimte of het materiaal van het gebouw waarin gespeeld wordt
verschillend. De galm is de hoofdoorzaak voor dit verschil. Door gebruik van de galmeffecten en het simuleren van
de nagalm in een concertzaal verkrijgt u de atmosfeer van een live optreden.
1
Druk herhaaldelijk op de FUNC knop om over te
schakelen naar REVERB.
De actuele diepte-instelling verschijn in het display.
2
Houdt de FUNC knop een seconde lang ingedrukt
om naar het keuzedisplay voor het over te
schakelen.
Het momenteel gekozen galmtype knippert in het display.
3
Druk op de +/YES of –/NO knop om het gewenste
galmtype te kiezen.
Galmtype
Room
Galmeffect zoals in een normale ruimte.
Hall 1
Galmeffect zoals in een kleine concertzaal.
Hall 2
Galmeffect zoals in een kleine concertzaal.
Stage
Galmeffect zoals op een toneel.
N.B.
U kunt de standaardgalmtypes oproepen d.m.v. het gelijktijdig indrukken van de +/YES en –/NO knoppen.
4
Druk op de FUNC knop om naar de display van
instelling van de galmdiepte terug te keren.
5
Druk op de +/YES of –/NO knop om de galmdiepte
in te stellen.
U kunt de galmdiepte instellen tussen 0 en 20. De galm is uit
wanneer u de diepte op 0 zet.
N.B.
U kunt de standaardgalmtypes oproepen d.m.v. het gelijktijdig indrukken van
de +/YES en –/NO knoppen.
N.B.
• De galmeffectinstelling (type en diepte) keert niet terug naar de standaardinstelling wanneer u het instrument uitzet.
• De standaardgalminstelling is voor elke sound verschillend.
14
Hold
Houden
Verklaring
Het gebruik van de metronoom
Het instrument is van een ingebouwde metronoom voorzien, dat u helpt om in een exact tempo te spelen.
1
Druk herhaaldelijk op de FUNC knop om over te
schakelen naar de functie METRO.
De actuele tempo-instelling verschijnt in het display.
2
Druk op de PLAY/PAUSE knop om de metronoom
te starten.
3
Druk op de +/YES of –/NO knop om het tempo te
veranderen.
U kunt het tempo in een marge van 5 tot 500 (bpm) veranderen.
N.B.
U kunt de standaardinstelling voor het tempo (120) oproepen d.m.v.
gelijktijdig de knoppen +/YES en –/NO in te drukken.
4
Houdt de FUNC knop een seconde lang ingedrukt
om naar de maataanduiding (beat display) over te
schakelen.
De actuele maatinstelling knippert in het display.
5
Druk op de +/YES of –/NO knop om de
maateenheid te veranderen.
U kunt de beat veranderen in een marge van 2 tot 5 of naar 0.
De eerste maateenheid wordt geaccentueerd door klokkentoon en
de navolgende door klikjes. Wanneer de beat op 0 ingesteld is, gaan
klikjes bij alle beats mee.
N.B.
U kunt de standaardinstellingen voor de beat (0) oproepen d.m.v. de +/YES
en –/NO knoppen in te drukken.
6
Druk op de FUNC knop om terug te keren naar het
display voor de tempo-instelling.
7
Druk op de STOP knop om de metronoom te
stoppen.
N.B.
• De metronoom instelling (tempo en beat) keert terug naar de standaardinstelling, wanneer u het instrument uitschakelt.
• Het tempo verschijnt op het display voor de tempo-instelling en geeft het aantal beats per minuut aan waarbij een beat een
kwartnoot representeert. Wanneer u een stuk in een andere maateenheid als een kwartnoot speelt, verander dan de instelling
van kwartnoot (bijvoorbeeld als u een stuk in 3/2 speelt zet dan de beat naar 6/4).
• U kunt de metronoom ook gebruiken, als u uw spel opneemt (pagina 28).
• U kunt de geluidssterkte regelen in de functie setup (page 38).
Chapter
Hoofdstuk
2
Het bespelen van de piano
Hold
Houden
15