In bedrijf nemen
7.3.2.1.3
Kalibratie pH-sensor (CAL) met een extern monster (1-punt)
52
Meet- en regelgedrag van de regelaar tijdens de
kalibratie
Tijdens de kalibratie: De insteluitgangen worden
gedeactiveerd. Uitzondering: wanneer een basis‐
charge of een handmatige instelbare variabele is
ingesteld. Deze blijft actief. De meetwaarde-uit‐
gang [Normsignaaluitgang mA] wordt bevroren,
volgens de instellingen in het menu mA-uitgang.
Bij een succesvolle kalibratie / controle worden alle
foutcontroles die betrekking hebben op de meet‐
waarde, weer gestart. De regelaar slaat bij een
succesvolle kalibratie de bepaalde gegevens voor
nulpunt en steilheid op.
AANWIJZING!
Een gebrekkige sensorwerking en schommelde
pH-waarde bij het proces
De kalibratiemethode met een extern monster
heeft enkele nadelen t.o.v. de kalibratiemethode
met buffers. Bij een sterk schommelende pH-
waarde bij het proces kan de pH-waarde variëren
in de periode tussen monstername, monsterbepa‐
ling en invoer van de pH-waarde in de regelaar.
Daardoor kan het gebeuren dat de in de regelaar
ingevoerde pH-waarden, niet overeenkomt met de
actuele pH-waarde bij het proces. Hierdoor ont‐
staat er binnen het gehele meetbereik een lineaire
verschuiving van de pH-waarde.
Mocht de pH-sensor niet meer reageren op wijzi‐
gingen in de pH-waarde en alleen nog een cons‐
tant mV-signaal geven, kan dit bij de kalibratie met
een extern monster niet worden gedetecteerd. Bij
de kalibratiemethode met twee buffers (bijv. pH 7
en pH 4) valt op als de pH-sensor geen wijzigingen
van de pH-waarde gedetecteerd.
De kalbratiemethode met een extern monster mag
uitsluitend bij installaties met een slecht toeganke‐
lijke pH-sensor en altijd constante of zeer gelijkma‐
tige pH-waarde bij het proces worden toegepast.
Daarnaast moet regelmatig onderhoud worden
gepleegd aan de pH-sensor of moet deze worden
vervangen.
Probleemloze werking van de sensor
Correct meten, regelen en doseren kan alleen
–
als de sensor probleemloos werkt
De gebruikershandleiding van de sensor
–
opvolgen