5. Controle en onderhoud
5.3
Vullen van de installatie
T000185-A
27
4 Open en sluit de radiatorkranen meerdere keren per jaar om deze
draaibaar te houden.
4 Reinig de buitenzijde van de ketel met een vochtige doek en een
zacht schoonmaakmiddel.
OPGELET
Alleen een erkend installateur mag de binnenzijde van de
ketel reinigen.
T000181-B
1. Controleer de waterdruk van de cv-installatie die op de display van
het bedieningspaneel staat aangegeven.
Als de waterdruk lager is dan 0,8 bar, moet water worden
bijgevuld. Indien nodig: vul de CV-installatie bij
(geadviseerde waterdruk tussen 1,5 en 2,0 bar).
2. Open de kranen van alle op de installatie aangesloten radiatoren.
T000181-B
3. Stel de richtwaarde van de verwarming in op een zo laag mogelijke
temperatuur.
4. Wacht totdat de temperatuur onder 40°C gekomen is en de
radiatoren koud aanvoelen, alvorens de centrale verwarming te
vullen.
5. Open de kranen voor de toevoer van koud water en van de
aanvoerleiding van de verwarming.
T001878-A
MCA 15 - MCA 25 MCA 25/28 MI
10-10-11 - 121151-AF