2.
Druk op de knop [Programmeren].
3.
Druk op [Op Home programm.].
4.
Selecteer het nummer van het programma dat u als een snelkoppeling wilt registreren.
5.
Druk op [Ja].
6.
Druk op [Afsluiten].
•
naast een programma betekent dat de bijbehorende snelkoppeling geregistreerd is in het
[Home]-scherm.
• Nieuwe pictogrammen voor snelkoppelingen worden toegevoegd naast het laatste
snelkoppelingspictogram. Als er in de laatste positie reeds een pictogram staat, wordt het nieuwe
pictogram op de eerste beschikbare positie vanaf het begin van de regel geplaatst.
• Voor meer informatie over het registreren van een snelkoppeling op het [Home]-scherm wanneer u
het Smart Operation Panel gebruikt, zie Pag. 63 "Pictogrammen toevoegen aan het [Home]-
scherm (bij gebruik van het Smart Operation Panel)".
Pictogrammen toevoegen aan het [Home]-scherm met Web Image Monitor (bij
gebruik van het standaard bedieningspaneel)
1.
Start Web Image Monitor op.
Voor meer informatie, zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.
2.
Log in op de Web Image Monitor.
3.
Om pictogrammen toe te voegen aan het standaard [Home]-scherm, gaat u naar
[Apparaatbeheer] en klikt u op [Home van apparaat beheren].
Ga naar stap 5.
4.
Om pictogrammen toe te voegen aan het [Home]-scherm van een gebruiker, gaat u naar
[Scherm per gebruiker personaliseren].
5.
Klik op [Pictogrammen bewerken].
Het [Home]-scherm gebruiken (bij gebruik van het standaard bedieningspaneel)
CUP001
53