11.
Schuif de papierlade voorzichtig volledig naar binnen.
Als u de papierlade te krachtig terugduwt, kan de positie van het papier veranderen en kan de
afdruknauwkeurigheid afnemen.
• Als u Pap.gewicht 6 t/m 9, [Gecoat papier: Hoogglans], [Gecoat: Glanz.], [Gecoat: Mat],
[Etiketten] of [Transparant] in [Lade Papierinstellingen] selecteert, dan wordt er automatisch lucht
tussen de vellen geblazen om het papier in de brede bulklade los te waaieren. Waaier het papier
los voor het plaatsen. Voor meer informatie, zie Pag. 169 "Loswaaieren van het papier".
• U kunt ook enveloppen plaatsen in de brede bulklade. Als u enveloppen plaatst, moet u ze in de
juiste richting plaatsen. Voor meer informatie, zie Pag. 213 "Enveloppen".
Papier plaatsen in de tussenvoegeenheid
• Leg niets op de sensor liggen en laat er geen documenten op achter. Dit kan tot gevolg hebben dat
het papierformaat niet correct wordt gescand of tot papierstoringen leiden.
• Wanneer u de functie Z-vouw gebruikt, moet het papier in de tussenvoegeenheid hetzelfde
formaat hebben als de gevouwen afdrukken. Als het papier in de tussenvoegeenheid groter is dan
de in Z-gevouwen vellen, dan kan er een papierstoring ontstaan.
• Gebruik geen papier waarop al door dit apparaat is afgedrukt.
1.
Plaats het papier netjes.
Stapel het papier niet hoger dan de limietmarkering.
DRC172
Papier plaatsen
189