media-, NAND-flash- of apparaatcontrollers door gebruik te maken van een hardwareversleutelingschip.
Voor een efficiënt gebruik van de versleutelingsfunctie stelt u een vaste-schijfwachtwoord voor het interne
opslagstation in.
De beveiligingschip instellen
Voor netwerkclients die elektronisch vertrouwelijke informatie overbrengen, gelden strenge
beveiligingsvereisten. Afhankelijk van de opties die u hebt besteld, kan het zijn dat uw computer is uitgerust
met een ingebouwde beveiligingschip (een cryptografische microprocessor). Met het beveiligings-chip kunt u
het volgende doen:
• Bescherming van de gegevens en het systeem
• Uitbreiding van de toegangscontrole
• Beveiliging van de communicatie
Druk deze aanwijzingen af voordat u begint.
U stelt als volgt een item in het submenu Security Chip in:
1. Start de computer opnieuw op. Wanneer het logoscherm wordt getoond, drukt u op F1 om het
programma ThinkPad Setup te starten.
2. Selecteer met behulp van de cursortoetsen Security ➙ Security Chip.
3. Druk op Enter. Het submenu Security Chip wordt geopend.
4. Ga met behulp van de cursortoetsen naar de optie die u wilt instellen. Als de geaccentueerd is, drukt u
op Enter.
5. Stel andere gewenste opties in.
6. Druk op F10. Het venster Setup Confirmation wordt geopend. Selecteer Yes om de
configuratiewijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Opmerkingen:
• Het supervisorwachtwoord moet zijn ingesteld in het programma ThinkPad Setup. Als dit niet het geval is,
kan iedereen zomaar de instellingen voor de beveiligingschip wijzigen.
• Wanneer u de beveiligingschip wist, zet u de computer uit en daarna weer aan nadat u de beveiligingschip
hebt ingesteld op Active. Anders wordt de optie Clear Security Chip niet weergegeven.
De vingerafdruklezer gebruiken
Afhankelijk van het model kan uw computer worden geleverd met een vingerafdruklezer.
Vingerafdrukverificatie kan uw Windows-wachtwoord vervangen. Op deze manier kunt u zich eenvoudig en
veilig op uw computer aanmelden. Om vingerafdrukverificatie in te schakelen moet u uw vingerafdrukken
eerst registreren.
U kunt de vingerafdruklezer instellen in het vingerafdrukprogramma (indien beschikbaar). U kunt ook de
volgende instellingen wijzigen in het programma ThinkPad Setup. Raadpleeg 'Het programma ThinkPad
Setup gebruiken' op pagina 53 als u de instellingen in het programma ThinkPad Setup wilt wijzigen.
Uw vingerafdrukken registreren
Om vingerafdrukverificatie in te schakelen moet u uw vingerafdrukken eerst registreren. U wordt aangeraden
meer dan één vingerafdruk te registreren in geval van eventueel letsel aan een van uw vingers.
Ga als volgt te werk om uw vingerafdrukken te registreren:
1. Open het menu Start en klik vervolgens op Instellingen ➙ Accounts ➙ Aanmeldingsopties.
48
ThinkPad 13 2nd Gen Gebruikershandleiding