GEVAAR
Laad de batterij uitsluitend op volgens de instructies in de productdocumentatie.
GEVAAR
Gooi de batterij niet bij het normale huisvuil weg. Lever oude batterijen in bij een inzamelpunt voor
klein chemisch afval.
GEVAAR
Als de knoopcelbatterij niet op de juiste manier in het apparaat wordt geïnstalleerd, kan hij
ontploffen. De geheugenbatterij bevat lithium en kan bij onjuist gebruik of onjuiste afvalverwerking
exploderen. Vervang de batterij alleen door een batterij van hetzelfde type. Houd u om (fatale)
verwondingen te voorkomen aan het volgende: (1) gooi of dompel de batterij niet in het water, (2)
verhit de batterij niet boven 100 °C en (3) probeer de batterij niet te repareren of open te maken.
Lever oude batterijen in bij een inzamelpunt voor klein chemisch afval.
Energiebeheer
Wijzig de instellingen van uw energiebeheerschema om de beste balans te vinden tussen snelheid en
energiebesparing. Ga als volgt te werk om de instellingen van het energieschema aan te passen:
1. Ga naar het Configuratiescherm en wijzig de weergave hiervan van Categorie in Grote pictogrammen of
Kleine pictogrammen.
2. Klik op Energiebeheer.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Voor meer informatie kunt u het Help-informatiesysteem van Windows raadplegen.
Spaarstanden
Er zijn diverse spaarstanden beschikbaar die u kunt gebruiken om energie te besparen. In dit gedeelte maakt
u kennis met elk van die spaarstanden en vindt u tips voor het zo effectief mogelijk werken op batterijenergie.
• Slaapstand
In de slaapstand wordt uw werk opgeslagen in het geheugen en worden het opslagstation en het
beeldscherm vervolgens uitgeschakeld. Zodra de computer ontwaakt, wordt het werk binnen enkele
seconden weer geladen.
Als u de computer in de slaapstand wilt zetten, opent u het menu Start, klikt u op het
vervolgens op Slaapstand.
• Sluimerstand
Met behulp van deze werkstand kunt u de computer volledig uitschakelen zonder dat u bestanden hoeft
op te slaan of programma´s hoeft af te sluiten die worden uitgevoerd. Wanneer de computer naar de
sluimerstand gaat, worden alle geopende programma's, mappen en bestanden opgeslagen op de
opslagschijf. Daarna gaat de computer uit.
Als u de computer in de sluimerstand wilt zetten, bepaalt u wat de aan/uit-knop eerst doet en drukt u
vervolgens op de aan/uit-knop om de computer in de sluimerstand te zetten.
26
ThinkPad 13 2nd Gen Gebruikershandleiding
Aan/uit en