Inhoudsopgave
Advertenties
5. Gebruik.
32
5.1 Als anterieure loophulp
Naar voren gericht
Op de afbeeldingen is een normale positio-
nering te zien. Houd er rekening mee dat de
rompsteun geen kantelhoek kent en dat de
heuppositioneringshulp of de bekkenpositio-
neringshulp achter de schouders van de ge-
bruiker is gemonteerd.
1. Trek de remmen op de looprollen aan.
2. Oriënteer u op de instelling van de
• rompsteun (punt 4.9)
• onderarmsteun (punt 4.7)
• heup- of bekkenpositioneringshulp
(punt 4.10 en 4.13)
• bovenframehoogte (punt 3.2)
• enkelpositioneringshulpen (punt 4.15)
3. Losmaken:
• de ringen aan de achterkant van de
heup- of bekkenpositioneringshulp
• de veiligheidssloten aan de achterkant
van de rompsteun
• de gordels van de onderarmsteunen,
dijbeengeleiding en enkelpositionerings-
hulp
4. Plaats de gebruiker in de looptrainer
• Sluit de veiligheidssloten op de rompsteun
5. Trek de heup- of bekkenpositioneringshulp over de benen van de gebru-
iker en
• hang de ringen in de uitsparing aan de uitsparing op de
schuifgrepen
• of sluit de veiligheidssloten
6. Zet de onderarmen met de gordels vast aan de onderarmsteunen
7. Trek de gordels om de bekkenpositioneringshulp en de enkelpositione-
ringshulp goed vast
8. Geef de remmen op de looprollen vrij.
Advertenties
Inhoudsopgave
