Inhoudsopgave
Advertenties
4. Toebehoren.
15
4.3 Schuifgrepen
De schuifgrepen (A) zijn voorzien van
uitsparingen (B), om de heuppositio-
neringshulp of de bekkenpositione-
ringshulp er door middel van ringen in
te kunnen hangen (zie punt 4.9 en 4.12).
De schuifgrepen (A) kunnen ook door
de begeleidende persoon worden ge-
bruikt, om bijvoorbeeld de gebruiker
ietsjes op te schuiven.
Maak handgreep (C) los om:
• de opnames (D) met de
schuifgrepen (A) te verwijderen.
• de positie van de opnames (D)
inclusief de schuifgrepen (A) te
veranderen.
De schuifgreep (A) in de hoogte te ver-
stellen:
• druk op knop (E) en brengt de schuif-
greep (A) in de gewenste positie. Er
klinkt een hoorbare klik, wanneer de
schuifgrepen (A) in de opname (D)
klikken.
Voor het veranderen van de uitlijning van schuifgrepen (A)
• druk op op knop (E), trek de betreffende schuifgreep (A) uit de opna-
me (D) en steek de schuifgreep (A) in de gewenste uitlijning terug in de
opname (D).
Draai na iedere in-/afstelling de schroeven weer vast!
A
E
D
B
C
Advertenties
Inhoudsopgave
