4. Toebehoren.
25
4.13 Bekkenpositioneringshulp
De bekkenpositioneringshulp (A) biedt een
alternatief voor de heuppositioneringshulp
(zie punt 4.10) en vangt een deel van het ge-
wicht van de gebruiker op.
Voor het bevestigen van de bekkenpositio-
neringshulp (A):
• Schuif de lussen (B) in de gewenste positie
op het bovenframe of basisframe.
• Hang de ringen (C) aan de schuifgrepen
(zie punt 4.3).
Voor het veranderen van de positie van de
bekkenpositioneringshulp (A) aan het frame:
• draai schroeven (D) los.
• Breng de schuifgrepen (E) inclusief de
opnamehulpen (F) op het bovenframe of
basisframe in de gewenste positie.
Voor het veranderen van de hoogte van de
achterste bekkenpositioneringshulp (A):
• Druk op knop (G), brengt de schuifgreep (E)
in de gewenste positie en laat knop (G)
weer los. Er klinkt een hoorbare klik, als
schuifgrepen (E) op hun plaats klikken.
• De fijne instelling van de hoogte wordt met
behulp van gordels (H) en (I) uitgevoerd.
Trek daartoe aan de betreffende gordel en
breng daarmee de bekkenpositionerings-
hulp op de gewenste hoogte.
Monteer de bekkenpositioneringshulp niet aan
het vooreinde van het bovenframe om letsel te
voorkomen!
B
C
E
D
H
I
A
C
G
F
H
I