4. Toebehoren.
27
4.15 Enkelpositioneringshulpen
• Combi-onderstel: steek het
uiteinde (A) van de stang (1) in het
gat in het achterwiel (B). Vervolgens
trekt u de witte bout (C) terug en
steekt die in de uitsparing (D) aan
de onderzijde van het onderstel.
• Standaard onderstel en pacer mini.
(mt. 0): Trek de witte bouten (C) op
de uiteinden van de stangen (2)
terug en steek deze in de uitsparin-
gen (D) aan de onderzijde van het
onderstel of het basisframe.
Instelling
• Om de enkelpositioneringshulpen (E)
aan de enkel van de gebruiker te
bevestigen, opent u het slot (F),
brengt u de gordel om de enkel
aan en sluit u het slot (F) weer.
• De gordel (G) kan individueel worden
ingesteld op de staplengte van de
gebruiker. Daartoe brengt u deze
eenvoudig op de gewenste lengte.
• Om de staplengte voor de gebruiker
nog verder van tevoren in te stellen
maar ook om deze te begrenzen,
drukt u de klemmen (H) met duim en
wijsvinger in en verschuift u de klem-
men (H) op de stang in de gewenste
positie.
1
2
D
B
D
H
E
F
A
C
H
G