Menuopties
De kleur van het symbool duidt de status van het
apparaat aan.
•
Grijs voor niet-gekoppelde apparaten
•
Blauw voor gekoppelde apparaten
•
Rood voor apparaten die momenteel
verbinding hebben met uw telefoon
3. Selecteer een apparaat.
4. Voer een Bluetooth-PIN-code in van maximaal 16
cijfers en druk op <OK>. Deze code wordt slechts
eenmaal gebruikt en u hoeft deze niet te
onthouden.
Wanneer de eigenaar van het andere apparaat
dezelfde code intoetst, zijn de apparaten
gekoppeld.
Sommige apparaten, met name headsets en
handsfree carkits, hebben een vaste Bluetooth-
PIN-code, zoals 0000. Als voor het andere
apparaat een code vereist is, moet u deze
invoeren.
Apparaatopties gebruiken
Druk in de lijst met apparaten op <Opties> om de
volgende opties weer te geven:
•
Apparaat zoeken: hiermee kunt u zoeken naar
gegevens op het geselecteerde apparaat en deze
rechtstreeks importeren in de telefoon.
•
Verbinden: hiermee maakt u verbinding met
het momenteel geselecteerde apparaat. U moet
de Bluetooth-PIN-code invoeren.
84
•
Verb. verbreken: hiermee verbreekt u de
verbinding met het apparaat.
•
Apparaat toestaan/niet toestaan: hiermee
kunt u bepalen of u wilt worden gevraagd om
een verbinding toe te staan wanneer andere
apparaten proberen verbinding te maken met uw
telefoon.
•
Wissen: hiermee wist u het apparaat of alle
apparaten.
•
Hernoem: hiermee kunt u het geselecteerde
apparaat hernoemen.
Gegevens verzenden via Bluetooth
1. Activeer de Bluetooth-functie.
2. Selecteer de toepassing waarin het item is
opgeslagen dat u wilt verzenden.
3. Blader naar het gewenste item en druk op
<Opties>.
4. Selecteer Verzenden → Via Bluetooth.
De telefoon zoekt naar apparaten binnen het
bereik en er wordt een lijst met beschikbare
apparaten weergegeven.
5. Selecteer een apparaat.
6. Voer, indien nodig, de Bluetooth-PIN-code in die
vereist is voor het koppelen en druk op <OK>.
Gegevens ontvangen via Bluetooth
Als u gegevens wilt ontvangen via Bluetooth, moet
de Bluetooth-functie op de telefoon ingeschakeld
zijn.