•
Zorg dat u de telefoon niet laat vallen of ergens
tegen aan stoot. Als u ruw met de telefoon omgaat,
kunnen de interne onderdelen beschadigd raken.
•
Maak de telefoon niet schoon met bijtende
schoonmaak- of oplosmiddelen. Gebruik alleen een
zachte doek gedrenkt in een sopje van water en
zachte zeep.
•
Verf de telefoon niet. Door de verf kunnen de
bewegende onderdelen van het apparaat verstopt
raken waardoor de telefoon niet meer goed werkt.
•
Leg de telefoon niet in of op verwarmingsapparaten,
zoals een magnetron, fornuis of radiator. De telefoon
kan oververhit raken en ontploffen.
•
Gebruik alleen de meegeleverde of een andere
goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde
antennes of aangepaste accessoires kunnen de
telefoon beschadigen en ertoe leiden dat de telefoon
niet meer voldoet aan de wettelijke bepalingen
omtrent radioapparatuur.
•
Als de telefoon, de batterij, de oplader of een van de
accessoires niet goed werkt, gaat u ermee naar het
dichtstbijzijnde geautoriseerde servicecentrum.
Daar zal men u van advies dienen en indien nodig
voor reparatie zorgen.
97