Display
Kort nadat het apparaat is uitgeschakeld gaat het display over
in de energiebesparingsmodus. Het display wordt donkerder.
Het display is opgedeeld in verschillende zones:
Statusregel
■
Indicatie van de voortgang
■
Instelbereiken
■
Indicatie van de draairichting
■
6WDWXVUHJHO
9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ
&LUFXODWLHJULOOHQ
,QVWHOEHUHLN
DFWLHI
,QGLFDWLH YDQ GH GUDDLULFKWLQJ
Statusregel
De statusregel bevindt zich boven in het display. Hier worden
de tijd, de gekozen functie, aanwijzingsteksten, informatie en de
ingestelde tijdfuncties weergegeven.
Indicatie van de voortgang
De voortgangsindicatie biedt u een snel overzicht over de
aflopende tijdsduur. Deze wordt na de start onder de
statusregel als lijn weergegeven. De lijn begint links en wordt
langer naarmate de tijdsduur afloopt. Wanneer de tijdsduur
afgelopen is, heeft de lijn de rechterrand van het display
bereikt.
Instelbereiken
In de beide instelbereiken verschijnen voorgestelde waarden
die u kunt veranderen. Het instelbereik waar u zich bevindt is
licht met zwarte letters. Hier kunt u wijzigingen invoeren.
Met de navigatietoetsen
¾
het andere instelbereik. U ziet aan de pijlen
instelbereiken in welke richting u met de navigatietoetsen kunt
gaan.
Na de start zijn beide instelbereiken donker met lichte letters.
Indicatie van de draairichting
De indicatie
Ï
geeft aan in welke richting u de draaiknop kunt
bewegen.
= draaiknop naar rechts draaien
Ð
= draaiknop naar links draaien
Ñ
Wanneer beide richtingspijlen worden weergegeven kunt u de
draaiknop in beide richtingen draaien.
Temperatuurregeling
De balken in de temperatuurregeling geven de
opwarmingsfasen of de restwarmte in de binnenruimte aan.
Verwarmingscontrole
De verwarmingscontrole geeft de temperatuurstijging in de
binnenruimte weer. Wanneer alle balken vol zijn, is het optimale
tijdstip bereikt om het gerecht in te schuiven.
9RUKHL]HQ
%RYHQ HQ
RQGHUZDUPWH
6
,QGLFDWLH YDQ GH YRRUWJDQJ
&
,QVWHOEHUHLN
en
¿
gaat u over van het ene naar
en
in de
¾
¿
&
Wanneer u een grillstand of de magnetron heeft ingesteld
verschijnen de balken niet.
Tijdens het opwarmen kunt u met de toets
opwarmtemperatuur opvragen. Door de thermische traagheid
kan de getoonde temperatuur iets afwijken van de
daadwerkelijke temperatuur.
Restwarmte
Na het uitschakelen geeft de temperatuurcontrole de
restwarmte in de binnenruimte aan. Is de laatste balk gevuld,
dan heeft de binnenruimte een temperatuur van ca. 300 °C. De
indicatie verdwijnt wanneer de temperatuur tot ca. 60 °C is
gedaald.
Binnenruimte
Uw apparaat heeft een koelventilator.
Koelventilator
De koelventilator wordt zonodig in- en uitgeschakeld. De warme
lucht ontsnapt via de deur.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Anders raakt de oven
oververhit.
Aanwijzingen
Na gebruik loopt de koelventilator een bepaalde tijd lang na.
■
Bij gebruik van de magnetron wordt het apparaat niet warm.
■
Toch wordt de koelventilator ingeschakeld. Hij kan ook
doorlopen wanneer de magnetronfunctie beëindigd is.
Bij het deurvenster, de binnenwanden en op de bodem kan
■
condenswater optreden. Dit is normaal, de werking van de
magnetron wordt hierdoor niet gehinderd. Veeg het
condenswater na de bereiding weg.
Toebehoren
De toebehoren kunnen op 3 verschillende hoogtes in de oven
geschoven worden.
Wanneer de toebehoren heet worden, kunnen ze vervormen.
Zodra ze weer afgekoeld zijn, verdwijnt de vervorming en de
werking wordt hierdoor niet beïnvloed.
Toebehoren kunt u nabestellen bij de klantenservice, in de
vakhandel of via Internet. Geef hiervoor alstublieft het
HZnummer op.
de actuele
±
Rooster
Voor servies, taartvormen, braad- en
grillstukken.
Het rooster kan met de welving naar
boven
of beneden
½
¾
gebruikt.
Glazen schaal
Voor grote braadstukken, vochtig
gebak, ovenschotels en gegrati-
neerde gerechten.
Plaats de glazen vorm op het roos-
ter.
worden