De kookplaat
.RRN]RQH FP
.RRN]RQH FP
Bedieningspaneel
De kookzones worden via sensoren ingesteld. Deze bevinden
zich onder de symbolen. Om in te stellen het betreffende
symbool aanraken.
Symbool
Hoofdschakelaar
#
Kinderslot
@
om de kookstand te
A@
wijzigen
Powerboost
@›
Timer
0
A @
Andere symbolen
Kookzones
£ ¤
¤ £
Restwarmte-indicatie
Is een kookzone door de bodem van een pan heet geworden,
dan verschijnt na het uitschakelen van de kookzone de
restwarmte-indicatie
of
•
œ
de restwarmte wordt weergegeven. Ook wanneer de kookplaat
uitgeschakeld is, is de indicatie verlicht tot de kookzone
voldoende is afgekoeld.
De oven
U stelt de oven in met de functie- en de temperatuurkeuzeknop.
Functiekeuzeknop
Met de functiekeuzeknop stelt u de verwarmingsmethode voor
de oven in.
U kunt de functiekeuzeknoppen naar rechts of naar links
draaien.
Functie
Hiermee schakelt u de kookplaat
aan en uit.
Hiermee kunt u de kookplaat blok-
keren.
Veld Min
= kookstand verlagen
A
Veld Plus
@
= kookstand verho-
gen
Hiermee kunt u voor korte tijd het
vermogen van kookstand 9 verho-
gen.
Hiermee activeert u de timer.
Hiermee stelt u de tijd voor de
timer in
Deze symbolen hebben geen
functie. Zij geven de positie van
de kookzone aan,
bijv.
= kookzone linksvoor resp.
£
kookzone rechtsvoor
. Raak de kookzone niet aan zolang
%HGLHQLQJVSDQHHO
Stand
Nulstand
ý
Boven- en onder-
%
warmte
3D-hetelucht*
:
Pizzastand
;
Onderwarmte
$
Circulatiegrillen
4
Grill, klein
*
Grill, groot
(
Ontdooien
A
Snelvoorverwarming
I
* Verwarmingsmethode waarbij de energie-efficiëntieklasse
overeenkomt met EN50304.
Wanneer u instelt gaat de ovenlamp in de binnenruimte aan.
.RRN]RQH FP
.RRN]RQH FP
Gebruik
De oven is uitgeschakeld.
Voor taart en gebak, ovenschotels
en magere braadstukken,
bijv. rund of wild, op één niveau.
De hitte komt gelijkmatig van
boven en van beneden.
Voor taart en gebak op één tot
drie niveaus. De ventilator ver-
deelt de warmte van het ronde ver-
warmingselement aan de
achterkant gelijkmatig in de oven.
Voor de snelle bereiding van diep-
vriesproducten zonder voorverwar-
men, bijv. pizza's, patates frites of
strudel. Het onderste verwarmings-
element en het ronde verwar-
mingselement aan de achterwand
zijn ingeschakeld.
Inkoken en nabakken of narooste-
ren. De hitte komt van onderen.
Braden van vlees, gevogelte en
hele vis. Het grillelement en de
ventilator worden afwisselend in-
en uitgeschakeld. De ventilator
wervelt de hete lucht rond het
gerecht.
Grillen van kleine hoeveelheden
steaks, worstjes, toast en stukjes
vis. Het middelste deel van het gril-
lelement wordt heet.
Grillen van steaks, worstjes, toast
en stukjes vis. Het gehele vlak
onder het grillelement wordt heet.
Ontdooien van bijv. vlees, gevo-
gelte, brood en gebak. De ventila-
tor wervelt de warme lucht rond
het gerecht.
Snel voorverwarmen van de oven
zonder toebehoren.
7