Herkenning van de pan
Elke kookzone heeft voor de herkenning van de pan een
ondergrens. Gebruik altijd de kookzone die het best past bij de
diameter van de pan.
Normale bedrijfsgeluiden van de kookplaat
De inductietechnologie is gebaseerd op de opwekking van
elektronische velden. Deze laten de hitte direct op de bodem
Kookplaat instellen
Dit hoofdstuk maakt u met de instelling van uw kookplaat
vertrouwd. In de tabel vindt u kookstanden en bereidingstijden
voor verschillende gerechten.
Kookplaat in- en uitschakelen
U schakelt de kookplaat met de hoofdschakelaar
Inschakelen
Raak het symbool
#
aan.
De indicatie boven de hoofdschakelaar is verlicht. De kookplaat
is klaar voor gebruik.
Uitschakelen
Raak het symbool
aan tot de indicatie boven de
#
hoofdschakelaar verdwijnt.
Alle kookzones worden uitgeschakeld. Zijn de kookzones door
de pannenbodem heet geworden, dan wordt de restwarmte
met
of
weergegeven.
•
œ
Aanwijzing:
De kookplaat schakelt automatisch uit wanneer alle kookzones
langer dan 20 seconden uitgeschakeld zijn.
Kookzone kiezen en instellen
Voorwaarde: de kookplaat dient ingeschakeld te zijn.
Met de symbolen
@
en
A
Kookstand
= laagste stand
‚
Kookstand
= hoogste stand
Š
Elke kookstand heeft een tussenstand. Deze is aangeduid met
een punt.
Plaats het kookgerei op een passende kookzone.
Het symbool
@
of
A
de kookzone aanraken.
1.
Op het display verschijnt de
Kooktabel
In de volgende tabel vindt u enkele voorbeelden.
De bereidingstijden zijn afhankelijk van de aard, het gewicht en
de kwaliteit van de gerechten. Daarom zijn afwijkingen
mogelijk.
Smelten
Chocolade, couverture, boter, honing
Gelatine
Opwarmen en warmhouden
Eenpansgerecht (bijv. linzenschotel)
Melk**
Worstjes in water verwarmen**
Ontdooien en opwarmen
Spinazie diepvries
Goulash diepvries
* Doorkoken zonder deksel
** Zonder deksel
#
stelt u de gewenste kookstand in.
. De kookzone is geactiveerd.
‹
van het kookgerei ontstaan. Pannen kunnen afhankelijk van de
productiewijze verschillende geluiden of trillingen veroorzaken.
Dit is normaal.
Het kan zijn dat de geluiden zwakker worden of helemaal
verdwijnen wanneer u de kookstand verlaagt.
In de volgende 10 seconden het symbool
2.
aanraken.
De voorgestelde waarde wordt weergegeven:
voor
kookstand
@
voor
kookstand
A
in en uit.
B
Met
of
@
3.
Kookzone uitschakelen
Het symbool
gaat uit. Is een kookzone door de bodem van een pan heet
geworden, dan verschijnt na enkele seconden de restwarmte-
indicatie
of
•
De kookstand knippert
Het kookgerei ontbreekt, heeft niet de juiste grootte of bestaat
niet uit het juiste materiaal. Om het knipperen te laten
ophouden plaatst u een geschikte pan op de kookzone. Anders
gaat de kookzone na enige tijd uit.
Kookstand en restwarmte-indicatie verschijnen afwisselend
Het verwarmen is onderbroken. U heeft de pan van de
kookzone genomen en de kookzone is nog ingeschakeld. Zet
er weer een pan op of schakel de kookzone uit.
Gebruik voor het aan de kook brengen kookstand 9.
Š
...
de kookstand veranderen.
A
of
aanraken tot
verschijnt. De kookzone
@
A
‹
.
œ
Doorkookstand
1-2
1-2
1-2
1.-2.
3-4
2.-3.
2.-3.
of
weer
@
A
B
Doorkookduur in
minuten
-
-
-
-
-
5-15
20-30
11