wordt doorgaans verstrekt door uw
serviceprovider.
Verificatie
— Selecteer
●
wachtwoord altijd gecodeerd moet worden
verzonden of selecteer
wachtwoord indien mogelijk gecodeerd moet
worden verzonden.
Homepage
— Voer het internetadres of het adres
●
van de multimediaberichtencentrale in, afhankelijk
van het toegangspunt dat u instelt.
Toegangspunt gebruiken
●
bevestiging
als u wilt dat het apparaat om
bevestiging vraagt voordat de verbinding via dit
toegangspunt wordt gemaakt, of
u wilt dat het apparaat met de bestemming verbindt
door dit toegangspunt automatisch te gebruiken.
Selecteer
Opties
Geavanc. instellingen
>
van de volgende opties:
Netwerktype
— Selecteer het
●
internetprotocoltype voor het overbrengen van
gegevens naar en van uw apparaat. De overige
instellingen zijn afhankelijk van het geselecteerde
netwerktype.
IP-adres telefoon
(alleen voor IPv4) — Voer het IP-
●
adres van het apparaat in.
DNS-adressen
— Voer de IP-adressen van de
●
primaire en secundaire DNS-servers in (indien
vereist voor de serviceprovider). Neem voor deze
adressen contact op met uw internetprovider.
Beveiligd
als uw
Normaal
als uw
— Selecteer
Na
Automatisch
en kies een
Proxyserveradres
●
proxyserver in.
Proxypoortnummer
●
van de proxyserver in.
WLAN-internettoegangspunten
Selecteer
Menu
>
Bestemmingen
>
instructies op het scherm.
Als u een WLAN-toegangspunt wilt bewerken, opent u
een van de groepen met toegangspunten en selecteert
u een toegangspunt dat gemarkeerd is met
als
Volg de instructies van de WLAN-serviceprovider.
WLAN-netwerknaam
●
opgeven
of
Netwerken
bestaand netwerk selecteert, worden de WLAN-
netwerkmodus en WLAN-beveiligingsmodus
bepaald aan de hand van de instellingen van het
toegangspuntapparaat.
Netwerkstatus
●
van het netwerk wordt weergegeven.
WLAN-netwerkmodus
●
een ad-hocnetwerk wilt maken en apparaten
rechtstreeks gegevens moeten kunnen verzenden
en ontvangen. Een WLAN-toegangspunt is niet
nodig. In een ad-hocnetwerk moeten alle apparaten
dezelfde WLAN-netwerknaam gebruiken.
— Voer het adres van de
— Voer het poortnummer
Instellingen
en
Connectiviteit
Toegangspunt
en volg de
— Selecteer
Handmatig
zoeken. Als u een
— Hiermee geeft u aan of de naam
— Selecteer
Ad-hoc
>
.
als u
73